Klokkijken

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Klokkijken

Met wijzers (analoog) en met cijfers (digitaal)

Doel:

Aan het eind van de les kan je op een analoge klok (wijzers) en digitale klok (cijfers) zien hoe laat het is.

Analoog

Klok analoog

waar zie je deze klokken nog?

Deze klok heeft 3 wijzers

- grote wijzer

- kleine wijzer

- seconden wijzer

De kleine wijzer geeft uren aan

De grote wijzer geeft minuten aan

De rode wijzer geeft seconden aan

Hoe laat is het op de klok?

1. 3 uur
2. 5 uur
3. 5 voor half 12
4. 7 uur

Hoe laat is het op de klok?

1. half 4
2. 5 voor half 6
3. half 5
4. kwart over 2

Hoe laat is het op de klok?

1. half 11
2. half 12
3. half 5
4. kwart voor 2

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 voor half 11
2. kwart over 10
3. 10 over half 11
4. 10 voor 11

Hoe laat is het op de klok?

1. 5 over half 3
2. kwart over 7
3. kwart over 6
4. kwart over 10

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 voor 3
2. kwart voor 10
3. kwart voor 8
4. kwart voor 11

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 over 3
2. kwart voor 10
3. 10 over 9
4. 10 voor 9

Hoe laat is het op de klok?

1. 5 over half 11
2. 5 voor 7
3. 5 voor 11
4. kwart over 10

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 voor half 11
2. kwart over 10
3. 10 voor 4
4. kwart voor 11

Klok Digitaal

De eerste 2 cijfers geven de uren aan.

En de laatste 2 cijfers geven de minuten aan.

Welke digitale klok hoort bij deze klok? (2)

1. 16:30
2. 4:30
3. 15:30
4. 3:30

Welke digitale klok hoort bij deze klok?
(2)

1. 15:30
2. 12:35
3. 3:30
4. 0:35

Welke digitale klok
hoort bij deze klok? (2)

1. 13:10
2. 10:10
3. 22:10
4. 10:50

Digitale klok
Hoe schrijf je half 5 's middags?

1. 4:30
2. 16:30
3. 5:30
4. 17:30

Digitale klok
Hoe schrijf je half 11 's avonds?

1. 11:30
2. 12:30
3. 22:30
4. 23:30

Het ontbijt begint om kwart over 8. Wat staat er dan op de digitale klok?

1. 08:45 uur
2. 07:15 uur
3. 08:15 uur
4. 08:30 uur

Digitale klok
Hoe schrijf je vijf uur 's nachts?

1. 17:00
2. 5:00
3. 16:00
4. 4:00

Digitale klok
Hoe schrijf je half drie 's middags?

1. 14:00
2. 14:30
3. 2:00
4. 2:30

Opdracht in 3 tallen:

- nummer 1: verzint en zegt een tijd

- nummer 2: zet de wijzers op de goede tijd

- nummer 3: controleert de tijd van nummer 2

Hierna geef je de klok door aan de volgende persoon

- nummer: 2 verzint en zegt een tijd

- nummer: 3 zet de wijzers op de goede tijd

- nummer: 1 controleert de tijd van nummer 3

Rekenen 1 - blok 4 - week 4 - les 2 & 3

Rekenen 2 - blok 3 - week 1 - les 1 & 2