persoonvorm, onderwerp en ww gezegde

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Hoe vind je de persoonsvorm?
Noem twee manieren!

Geef antwoord,
hoe vind ik het onderwerp

persoonsvorm?
Wie vliegt er naar de maan?

1. wie
2. maan
3. vliegt
4. de maan

persoonsvorm?
De astronaut maakt een lange reis

1. de astronaut
2. een lange reis
3. reis
4. maakt

onderwerp?
Loïs en Jos zoeken samen informatie.

1. zoeken
2. samen
3. Loïs
4. Loïs en Jos

onderwerp?
Is dat ruimtepak van jou?

1. is
2. dat ruimtepak
3. ruimtepak
4. van jou

onderwerp?
Het ging goed met de lancering.

1. ging
2. het
3. de lancering
4. goed

onderwerp?
Deze vraag is moeilijk.

1. is
2. is moeilijk
3. vraag
4. deze vraag

onderwerp?
Hij loopt op de maan.

1. hij
2. loopt
3. op de maan
4. hij loopt

Vandaag hebben we pizza gegeten.
We =

1. het lijdend voorwerp
2. de persoonsvorm
3. het onderwerp
4. het ww. gezegde

Uitleg werkwoordelijk gezegde

Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in een zin!

Hier hoort de persoonsvorm altijd bij!

Ook het woordje te voor een werkwoord hoort erbij.

dus ww gez=  pv + alle andere werkwoorden

Zoek het ww gezegde:
Gisteren hebben we naar de sterren gekeken.

1. gisteren
2. hebben
3. we
4. hebben gekeken

ww gezegde?
De klas neemt een film op.

1. de klas
2. neemt de film
3. neemt op
4. de klas op

ww gezegde?
Hij is wel erg groot geworden!

1. hij is
2. is groot geworden
3. is geworden
4. erg groot

ww. gezegde
Er kunnen zomaar mensen leven op die planeet.

1. kunnen leven
2. op die planeet
3. kunnen zomaar
4. mensen leven

ww. gezegde
Op aarde kan het, het hele jaar door regenen.

1. kan
2. kan het hele jaar
3. kan regenen
4. door regenen

ww. gezegde
De astronaut loopt de hele tijd te mopperen.

1. loopt te mopperen
2. hij loopt
3. loopt mopperen
4. de hele tijd