W10 4M week 23

Bienvenue 4M

Semaine 10
Du 6 au 10 mars

1 / 52
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Bienvenue 4M

Semaine 10
Du 6 au 10 mars

Slide 1 - Slide

Cette semaine
Au programme:

  • Lundi: leesvaardigheid    - iedereen zit alleen
  • Mardi:  leesvaardigheid - iedereen zit alleen
  • Mercredi:  leesvaardigheid - iedereen zit alleen

Slide 2 - Slide

Lundi 6 mars
Leesvaardigheid

  • Aantekeningen: La Corse
  • maken: examenbundel deel C: p. 88 t/m 92, deel D: p. 95 t/m 120

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lundi 6 mars
Leesvaardigheid

  • maken: examenbundel deel C: p. 88 t/m 92, deel D: p. 95 t/m 120

Slide 8 - Slide

Mardi 7 mars
Leesvaardigheid

  • Aantekeningen: La Tour Eiffel
  • bespreken deel C tekst 11 & 12
  • maken: examenbundel deel D: p. 95 t/m 120

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Mardi 7 mars
Leesvaardigheid

  • bespreken deel C tekst 11 & 12
  • maken: examenbundel deel D: p. 95 t/m 120

Slide 15 - Slide

Examenbundel deel C
tekst 11 & 12

Slide 16 - Slide

Tekst 11:
1. A quelle question est-ce qu'on ne trouve pas de réponse?
A
Combien de...
B
Il y a...
C
Quel est...
D
Qu'est-ce que....

Slide 17 - Quiz

Tekst 11:
2 Qu'est-ce qui est vrai?
A
Il y a...
B
Le Grand prix....
C
Le nombre...
D
On présente...

Slide 18 - Quiz

Tekst 11:
3. Wat past op de open plek?
A
Bref
B
C'est-à-dire
C
D'abord
D
Ou encore

Slide 19 - Quiz

Tekst 11:
4. Wel of niet
beste regie
A
wel
B
niet

Slide 20 - Quiz

Tekst 11:
4. Wel of niet
beste acteur/actrice
A
wel
B
niet

Slide 21 - Quiz

Tekst 11:
4. Wel of niet
De Gouden Palm voor korte film
A
wel
B
niet

Slide 22 - Quiz

Tekst 11:
4. Wel of niet
beste decor
A
wel
B
niet

Slide 23 - Quiz

Tekst 11:
5. Qu'est-ce qui est vrai?
A
La composition....
B
Le jury....
C
Les artistes....
D
Un film...

Slide 24 - Quiz

Tekst 11:
6. Wel of niet
Van over de hele wereld komen journalisten naar het festival.
A
wel
B
niet

Slide 25 - Quiz

Tekst 11:
6. Wel of niet
Beroemdheden laten zich graag zien op het festival
A
wel
B
niet

Slide 26 - Quiz

Tekst 11:
6. Wel of niet
Tijdens het festival geven veel mdehuizen modeshows
A
wel
B
niet

Slide 27 - Quiz

Tekst 12:

1. Welk kopje past boven de eerste alinea?
A
Mes plats demandent....
B
Mes plats sont bons...
C
Mes plats sont inspirés...

Slide 28 - Quiz

Tekst 12:

2. Qu'est-ce qu'on lit sur Charles?
A
Au lycée....
B
Charles a...
C
Charles montrait...
D
Tout petit,......

Slide 29 - Quiz

Tekst 12:
Het aantal abonnees op het Youtube-kanaal van Charles is enorm gestegen nadat hij......

Slide 30 - Open question

Tekst 12:
Wat heeft hem daarbij geholpen?
(ik heb er 4 genoteerd)

Slide 31 - Open question

Tekst 12:

5.A quoi sert le 5ème alinéa?
A
comment Charles...
B
pourquoi Charles...
C
que la....
D
quel est...

Slide 32 - Quiz

Tekst 12:

6. Qu'est-ce qui est vrai?
A
Charles adore....
B
Charles n'aime....
C
Charles n'a....

Slide 33 - Quiz

Tekst 12:

7. Wat kun je concluderen?
A
Charles is behalve...
B
Charles is kritisch...
C
Charles kookt...
D
Charles reist...

Slide 34 - Quiz

Mercredi 8 mars
Leesvaardigheid:

  • aantekeningen: Stromae
  • bespreken deel D tekst 1 t/m 4 (t/m vraag 6)
  • maken: examenbundel deel D: p. 99 t/m 120

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Mercredi 8 mars
Leesvaardigheid:

  • bespreken deel D tekst 1 t/m 4 (t/m vraag 6)
  • maken: examenbundel deel D: p. 99 t/m 120

Slide 41 - Slide

Examenbundel deel D
tekst 1 t/m 4

Slide 42 - Slide

Tekst 1:
1. Wat vertelt Didier over zijn werk?
A
dat zijn....
B
waarom hij....
C
welke onderdelen....
D
welke werkzaamheden....

Slide 43 - Quiz

Tekst 2:
2. schrijf de letters in de juiste volgorde

Slide 44 - Open question

Tekst 3:
3. Welke naam hoort bij de volgende uitspraak?
1.Mijn voornaam wordt zowel aan jongens als aan meisjes gegeven.

Slide 45 - Open question

Tekst 3:
3. Welke naam hoort bij de volgende uitspraak?
2.Ik had liever een andere voornaam willen hebben

Slide 46 - Open question

Tekst 3:
3. Welke naam hoort bij de volgende uitspraak?
3.Op de basisschool hadden meerdere kinderen dezelfde voornaam als ik.

Slide 47 - Open question

Tekst 4:
4. De quelle idée s'agit-il?
A
En amour, on .....
B
En amour, parler....
C
Les Francais aiment....
D
Les Francais ont....

Slide 48 - Quiz

Tekst 4:
5. Wat is de minst sexy taal volgens de tweede alinea?

Slide 49 - Open question

Tekst 4:
6. Welke taal is volgens de laatste alinea sterk in opkomst op de ranglijst?

Slide 50 - Open question

Mercredi 8 mars
Leesvaardigheid:

  • maken: examenbundel deel D: p. 99 t/m 120

Slide 51 - Slide

Les devoirs
Mercredi 22 mars:
Toets leesvaardigheid & examenidioom hfst 16 t/m 19

Slide 52 - Slide