Les 5 (14 en 16 juni 2022)

1 / 12
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 4-8

This lesson contains 12 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

DECOR
Een decor is de ruimte in een theater, film of televisieserie, waar het stuk of de opname plaatsvindt.

In het theater speelt het stuk zich af in het decor. Het decor kan dan een ruimte zijn die is nagemaakt, of een omgeving die niet zo herkenbaar is, maar wel het gevoel van het stuk weergeeft.

Een decor wordt altijd ontworpen door een decorontwerper, in overleg met de regisseur en een theatertechnicus.
Als het goed is versterkt het decor samen met de techniek de suggestie en de magie van het stuk.

Slide 3 - Slide

Prakken
Een decor wordt vaak opgebouwd uit een aantal wanden en verschillende podia.
De verschillende podiumdelen noem je prakken.

Door de decor- en podiumdelen te wisselen (dat noemen we met een chique woord 'changeren') ontstaan er steeds verschillende scènes.

 Als de podiumdelen opzij wisselen worden zij opzij geschoven, het zijtoneel op. Zij kunnen ook het achtertoneel worden opgeschoven, of omhoog worden gehesen in de toneeltoren of de kap.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Rekwisieten
In het decor staan ook rekwisieten, ofwel attributen.
Rekwisieten zijn alle losse spullen die tijdens een voorstelling op het toneel gebruikt worden, zoals tafels, stoelen, klokken of schilderijen. Maar het kunnen ook spullen zijn die de acteurs en actrices vasthouden, zoals een knuffel, telefoon, zwaard of pistool.

Slide 6 - Slide

Rekwisieten
Het woord rekwisiet komt uit het Frans en betekent ‘het vereiste’.

Meestal is er bij een theaterstuk één iemand verantwoordelijk voor de rekwisieten.
Dit noem je een toneelknecht of rekwisiteur.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

 CHOREOGRAFIE
Een choreografie is de volgorde en combinatie van passen, bewegingen en bewegingspatronen waaruit een dans is opgebouwd.
Choreografie is dus het ontwerpen van een dans: het op muziek bedenken en bij elkaar voegen van passen, gebaren en bewegingspatronen, waarmee je als het ware een verhaal vertelt.
De maker van een choreografie heet een choreograaf.

Slide 9 - Slide

SPEL

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

SCHOOLWERK
Vul je formulier in!

Hou dit steeds goed bij, dan weet je wat je nog moet (*) of kan (**) doen.

(*) de lichtblauwe opdrachten moet iedereen doen.

(**) de donkerblauwe opdrachten zijn individueel en als extra

Slide 12 - Slide