Herhaling H2 (bron A + B + D)

2HV: Herhaling H2 (bron A,B,D)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2HV: Herhaling H2 (bron A,B,D)

Slide 1 - Slide

  1. Telefoon in de telefoontas
  2. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  3. Pak je spullen: Boek + pen + laptop 

  4. Luister naar de docent

Slide 2 - Slide

Le programme
 Les devoirs - huiswerk
 Leren voor de SO (H2: bron A + B + D) 
Doornemen van het vocabulaire H2 (bron A + B) 5 min

  • Dictée (bron A + B)
  • Het bijvoeglijk naamwoord (quiz)
  • Slim stampen (overhoren A, B, D) of blooket (A, B) 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
-Ik ken woorden die te maken hebben met           familie & dieren 
-Ik ken de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Vocabulaire
Doornemen van het vocabulaire H2 (bron A + B)
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Dictée
Écoute le prof et note les mots en français et en néerlandais
1. Français     
2. néerlandais

Slide 6 - Slide

Welke vorm is correct in deze zin:
Le garçon est très ...
A
intelligent
B
intelligente
C
intelligents
D
intelligentes

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is correct in deze zin:
Le pull ...
A
noir
B
noire
C
noirs
D
noires

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is correct in deze zin:
Les ... filles.
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 9 - Quiz

Schrijf de juiste vorm op:
Les maisons hollandaises sont ... (petit)

Slide 10 - Open question

Voor of achter?
C'est un ... appartement ... (gris)
A
voor
B
achter

Slide 11 - Quiz

Voor of achter?
Voilà une ... actrice ... (belle)
A
voor
B
achter

Slide 12 - Quiz

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm én op de juiste plaats in de zin.
nouveau: Mon ____ copain _____ s'appelle Tim.

Slide 13 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm én op de juiste plaats in de zin.
rouge: J'ai un ____ portable _____ .

Slide 14 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm én op de juiste plaats in de zin.
noir: C'est une ____ veste _____ .

Slide 15 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm én op de juiste plaats in de zin.
beau : C'est une ____ maison _____ .

Slide 16 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm én op de juiste plaats in de zin.
français : Tu as vu les ____ filles _____ ?

Slide 17 - Open question

Dit bijvoeglijknaamwoord komt altijd achter het zelfstandig naamwoord
Dit bijvoeglijknaamwoord komt altijd voor het zelfstandignaamwoord
bleu 
jeune
bon
petit
joli
sympa
grand
préféré

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Stappenplan:
1.  Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
2.  Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv nw in de juiste vorm

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ik kan het bvn aanpassen aan de vorm (m, v, ev+mv) en ik weet of deze voor/achter het zelfstnm komt.

Slide 23 - Slide

Leerwerk
Online boek (slimstampen): overhoren (A, B, D)
of
Blooket (A, B)

Slide 24 - Slide

Noteer 
Woensdag: 29-11-2023
SO Frans (H2: bron A, B, D)
Leren: H2 ( bron A + B + D)








Slide 25 - Slide

Merci pour ton travail et ton attention.

Slide 26 - Slide

Tenslotte
  • Pak je tas in en 
  • Blijf zitten tot de bel gaat
Dan:

  • Stoel aanschuiven

  • Rustig naar de volgende les

Slide 27 - Slide