Lesson 3 - CE prep + grammar: present perfect

Exam prep
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Exam prep

Slide 1 - Slide

PLANNING
- watching: why people believe they can't draw

- grammar: present perfect

- you start a second exam in the 'Examensprint'

Slide 2 - Slide

GOALS
- you learn you can draw ( a little)

- grammar: present perfect

- you practice reading and listening

Slide 3 - Slide

Watching
Do you think you can draw well?

Get out a pencil/marker and some paper.

Join the TED talk speaker.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Slide

My brother can't text you, he has lost his phone. 

The teacher still hasn't finished explaining the assignment.

I have travelled to London many times because my friend lives there. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

They . . . the ocean.
A
have never seen
B
has never seen

Slide 18 - Quiz

You . . . really good at this!
A
have became
B
have become

Slide 19 - Quiz

I . . . New York only once.
A
have visited
B
have visit

Slide 20 - Quiz

She . . . hip-hop.
A
has always loved
B
has loved always

Slide 21 - Quiz

They . . . all night.
A
has worked
B
have worked

Slide 22 - Quiz

Our Gerbils (die). I feel sad.

Slide 23 - Open question

Sheri (disturb) class. Now our teacher is very cross.

Slide 24 - Open question

NU Engels - grammar
- go to the 'Year 3 - grammar' planner in NU Engels

- Do exercises 1 + 2 + 3 (present perfect)

Time left?! --> examensprint NU Engels

Slide 25 - Slide

Centraal examen 

B1 or B2


Slide 26 - Slide

Soorten examenvragen
- gatenzinnen
- hoofdgedachte

Slide 27 - Slide

Gatenzinnen

Slide 28 - Slide

gatenzinnen 1
Concentreer je op de alinea waarin die zin staat, zorg dat je de inhoud en boodschap volledig begrijpt. 

Bepaal de woordsoort en de functie van het woord dat op de lege plek ingevuld moet worden. Verzin  zelf een woord dat je passend lijkt. 
Kijk naar de meerkeuze-antwoorden en pas ze in de zin. 
Zit er een woord bij dat lijkt op jouw antwoord? 
Bij welk antwoord klopt de inhoud van de zin in de context?

Slide 29 - Slide

gatenzinnen 2
Het antwoord op beredeneren aan de hand van de directe omgeving van de gatenzin. 

Soms betrekking op het grotere geheel of algemene thema van de tekst, of op iets wat eerder is gezegd. 

Ga dus, als je het goede antwoord niet kunt vinden, op zoek naar aanwijzingen buiten de alinea.

Slide 30 - Slide

TIP!

TIP: Je vindt het goede antwoord bij deze vragen door de verschillende antwoorden in de zin uit te proberen. 

Probeer altijd alle antwoorden!

Slide 31 - Slide

hoofdgedachte 

Slide 32 - Slide

hoofdgedachte 1

 Het onderwerp van de tekst. 
Het belangrijkste wat er over dat onderwerp gezegd wordt, samenvatten in één zin = hoofdgedachte. 
Kortst mogelijke samenvatting van de tekst. 

Een tekst maar ook een alinea heeft een hoofdgedachte.

Slide 33 - Slide

hoofgedachte 2

Als je het tekstdoel kent, helpt dat om de hoofdgedachte te vinden.
 
• In een informatieve tekst, zoals een nieuwsbericht, een brochure of een handleiding, is de hoofdgedachte een feit: het belangrijkste nieuws of de belangrijkste informatie.

Slide 34 - Slide

hoofdgedachte 3

• In een betogende tekst, zoals een column of een ingezonden brief, is de hoofdgedachte de mening waarvan de auteur jou wil overtuigen.

• In een activerende tekst, zoals een advertentie of een advies- of reclamecampagne, bestaat de hoofdgedachte uit de dingen die de auteur je wil laten doen.

Slide 35 - Slide

Oefenen - NU Engels
- Examensprint B1 of B2
- Waar sta je nu?
- Oefenexamen Engels 
B1 2020-2021 / B2 2020-2021

Slide 36 - Slide