Nederlands werkwoordspelling t.t., v.t. en volt. dw.

Wat gaan we doen?
  • Herhalen werkwoordsspelling van de persoonsvorm in de t.t. en de v.t. 
  • Uitleg werkwoordspelling van het voltooid deelwoord.
  • Opdrachten maken
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Herhalen werkwoordsspelling van de persoonsvorm in de t.t. en de v.t. 
  • Uitleg werkwoordspelling van het voltooid deelwoord.
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Slide

Na deze les:
  • Kun je elke persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
  • Kun je elke persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen.
  • Kun je het voltooid deelwoord in een zin goed spellen.

Let op: Als je deze doelen al bereikt hebt, kun je zelfstandig aan het werk met opdracht 17.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Even oefenen
Maak opdracht 17 (blz. 55). 
Let op: Schrijf van de woorden 1 t/m 21 alleen de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Even oefenen
Maak opdracht 17 (blz. 55).
Let op: Schrijf van de woorden 1 t/m 21 nu alleen de persoonsvorm in de verleden tijd op.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Even oefenen
Maak opdracht 17 (blz. 55).
Let op: Schrijf van de woorden 1 t/m 21 nu alleen de voltooid deelwoorden op.

Slide 8 - Slide

Evaluatie
  • Kun je elke persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
  • Kun je elke persoonsvorm in de verleden tijd goed spellen?
  • Kun je het voltooid deelwoord in een zin goed spellen?

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Bestuderen de theorie op blz. 56. 
Maken opdracht 18.

Slide 10 - Slide