les 10 thema 3

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik doelen vorige les.
Uitleg nieuwe leerdoelen.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 


Slide 2 - Slide

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct?
A
Hartslagader
B
Hartader
C
Kransslagader
D
Kransader

Slide 3 - Quiz

Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 4 - Quiz

Bij een hartinfarct is de aorta verstopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Iemand heeft een bloeddruk van 150/90, deze persoon heeft een...
A
Hoge bloeddruk
B
Gezonde bloeddruk
C
Lage bloeddruk

Slide 6 - Quiz

Wat is de onderdruk?
A
De bloeddruk wanneer de kamers samentrekken.
B
De bloeddruk wanneer de boezems samentrekken.
C
De bloeddruk tijdens de hartpauze.

Slide 7 - Quiz

Waar is de bloeddruk het hoogste?
A
aders
B
slagaders
C
haarvaten

Slide 8 - Quiz

Nieuwe leerdoelen deze week: 
Verder met:
-Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
-Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
-Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

Nieuw:
-Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.
-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.

Vandaag de 2e "nieuwe".

Slide 9 - Slide

Ik koop in een restaurant een glas bier, een glas wijn en een glas whisky
In welk glas zit dan de meeste alcohol?
A
in een glas bier
B
in een glas wijn
C
in een glas whisky
D
in alle glazen zit even veel

Slide 10 - Quiz

-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
Verschil procent en promille. (Hebben jullie dat al gehad bij wisk of ak?)

Alcohol en verkeer, eerste 5 jaar max 0,2 promille. Daarna max 0,5 promille.
0,2 promille krijg je na ongeveer 1 consumptie.
(En hangt dus af van lichaamsgrootte).


Slide 11 - Slide

-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
Na het drinken komt alcohol binnen 10 minuten in je hersenen (na 30 minuten is 1 consumptie volledig opgenomen in het bloed).
 
Lichaam (lever) heeft 1,5 uur nodig om 1 glas alcohol af te breken. 
 

Slide 12 - Slide

Je hebt een feestje en neemt om 20.00 uur je eerste glas bier. Als je om 24.00 uur je laatste glas leeg drinkt en (lopend) naar huis gaat heb je totaal 8 glazen bier op (2 per uur). Mag je dan de volgende ochtend om 7 uur met de auto naar je werk?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

8 x 1,5 uur is 12 uur. Eerste biertje zit rond 8.30 uur 's avonds in je bloed. 
12 uur later (8.30 uur in de ochtend) is de alcohol afgebroken.
Tot die tijd zit er dus nog alcohol in je bloed.
Om 7 uur zit er dus nog 0,2 promille in je bloed en hangt dus af van hoe lang je je rijbewijs hebt.

Slide 14 - Slide

-Je moet ook enkele gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn kunnen noemen. 
Korte termijn: loskomen -> aangeschoten -> dronken -> lavenloos -> coma.

Volgende dag: kater.

Slide 15 - Slide

Je moet ook enkele gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn kunnen noemen. 
Langetermijn: hersenen krimpen, iq gaat achteruit, leverbeschadiging, verslaving, kanker.
Verslaving zowel geestelijk als lichamelijk.

Psychiatrie en alcoholafhankelijkheid
Depressie, onthoudingsverschijnselen, (delirium- tremens), Korsakof- syndroom, ziekte van Wernicke. Deze ziekte is gelokaliseerd in de hersenstam. Het kortetermijngeheugen verdwijnt. Stopt men met drinken dan herstellen de functies zich doorgaans. Dat is niet het geval met het Korsakoff syndroom. Deze aandoening is irreversibel (niet meer terug te draaien) en kenmerkt zich door een verlies van het kortetermijngeheugen, verlies aan oriëntatie vermogen, verwardheid, gedragsverandering en angsten. De jongste Korsakof patient is 28 jaar! 

Slide 16 - Slide

Je moet ook enkele gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn kunnen noemen. 

Binge drinken: in korte tijd veel alcohol drinken (achter elkaar door blijven drinken). Gevolgen staan in afbeelding 54.

Slide 17 - Slide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
-Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
-Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
-Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.
-Je kunt de gevolgen van alcohol op korte termijn en op lange termijn noemen.
Kun je bereiken door:
-De tekst van Basisstof 5 en 6 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 5 (tweede deel), Basisstof 6 (helemaal)
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
  Na afloop nog een paar (5) vragen via lessonup.  

Slide 18 - Slide

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (Maandag)

Wat heb je geleerd deze les, kun je de volgende vragen allemaal goed beantwoorden?

Zo niet gebruik dan de volgende links om extra te oefenen.

Slide 19 - Slide

Welke stelling is juist?
A
Alcohol versterkt je gevoelens
B
De hoeveelheid alcohol in je bloed wordt uitgedrukt in procenten
C
Veel alcohol drinken veroorzaakt schade aan de longen
D
Zuivere alcohol heeft een heldere lichtgele kleur

Slide 21 - Quiz

Van te veel alcohol kan je overlijden.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed wordt alcohol vervoer?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 23 - Quiz

Via welk orgaan komt de alcohol vooral in je bloed?
A
slokdarm
B
maag
C
lever
D
dunne darm

Slide 24 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met Binge Drinking?
A
Drinken op een feestje
B
Comazuipen
C
Indrinken
D
Een bodempje leggen

Slide 25 - Quiz

In je agenda gezet wat je nog moet doen?

Pak je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.


Slide 26 - Slide