Unit 1 - England - Lesson 5 - Writing

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Heb jij je huiswerk gemaakt?

1. Ja
2. Nee

Huiswerk wel gemaakt? Hoe ging het? Was het moeilijk/makkelijk?

Huiswerk niet gemaakt? Waarom niet?

Wat betekent to be in het Nederlands?

1. zijn
2. zijn/worden
3. worden
4. heb

I

You

He / She/ It

We

You

They

am

are

is

are

are

are

Welke vorm van to be hoort bij
I

1. is
2. are
3. am
4. be

Welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

1. are
2. am
3. be
4. is

Welke vorm van to be hoort bij
WE

1. be
2. am
3. is
4. are

(to be)
We ..... at school.

1. am
2. are
3. is

Welke vorm van to be hoort bij
YOU

1. am
2. are
3. be
4. is

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. He am not
2. He are not
3. He is not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. We am not
2. We are not
3. We is not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
They ..... in the house.

1. 'm not
2. 're not
3. 's not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.
I ..... into singing.

1. 'm not
2. 're not
3. 's not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. They am not
2. They are not
3. They is not

Vul de juiste vorm van de ontkenning van 'to be' in.

1. I am not
2. I are not
3. I is not

Welke vorm van 'to be' hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?

are

am

is

I

he, she & it

you, we, they & you

We ... watching TV

1. am
2. are
3. is

The car ... really fast

1. am
2. are
3. is

David and Jan ... eating cookies

1. am
2. are
3. is

I ... very bored

1. am
2. are
3. is

He .... helping me.

1. am not
2. are not
3. is not
4. isn't

They ... at school

1. am not
2. is not
3. isn't
4. aren't

Pieter and Paul ... reading a book

1. am not
2. aren't
3. isn't
4. are not

Am not kan je ook afkorten

1. Waar
2. Niet waar

5

1.5: 1, 4, 6, 7

1.5: Test yourself

Wat hebben we vandaag geleerd?

Vragen?