H5.1_Wat levert werken op?

Hoofdstuk 5 
Is er werk voor jou?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 
Is er werk voor jou?

Slide 1 - Slide

H5.1: Wat levert werken op?

Programma:
  • Doorlezen paragraaf 5.1
  • Lesdoelen par. 5.1
  • Uitleg en instructie
  • Huiswerk volgende les
  • Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Na deze les weet je ....
  • Je kunt uitleggen wat een cao is.
  • Je kunt je nettoloon berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen wit, grijs en zwart werk uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het wettelijk minimumloon is.

Slide 3 - Slide

Uitleg en instructie...

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

vragen?

Slide 11 - Slide

Maken opdrachten 
Maken van opdrachten 2 t/m 5 (blz. 130-131)



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Bespreken opgave 2 t/m 5

Slide 13 - Slide

Huiswerk volgende les
Maken Par.5.1: 
Opdrachten  6 t/m 14

Slide 14 - Slide

Huiswerk bespreken
Par. 5.1: Opdrachten 6 t/m 14

Slide 15 - Slide

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Je kunt uitleggen wat een cao is.
  • Je kunt je nettoloon berekenen.
  • Je kunt het verschil tussen wit, grijs en zwart werk uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het wettelijk minimumloon is.

Slide 16 - Slide

In je arbeidsovereenkomst staat:
A
Loonschalen
B
Regels over opzegtermijn.
C
Hoeveel uur jij werkt.
D
Hoeveel dagen vrij bij een huwelijk.

Slide 17 - Quiz

Wat is nettoloon
A
het zelfde als brutoloon
B
hoger als het brutoloon
C
het brutoloon min belastingen en premies

Slide 18 - Quiz

Wat is zwart werken?
A
Als een werknemer geen belasting betaalt over zijn loon
B
Als een werknemer alleen in de nacht werkt
C
Als een werknemer onbetaald werk doet
D
Als een werknemer overuren werkt

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het minimum loon voor iemand van 15?
A
Minimumjeugdloon
B
Minimumjongerenloon
C
Ook minimumloon
D
Jongerenloon

Slide 20 - Quiz

Iedere bedrijfstak (=sector) heeft een CAO.
In een CAO staan NIET:
A
afspraken over salarisschalen
B
afspraken over betaling van overwerk
C
afspraken hoe je je werk moet doen
D
afspraken over vakantiedagen

Slide 21 - Quiz

Wat is het brutoloon?
A
Het loon dat je ontvangt en waar de inhoudingen al van af gehaald zijn.
B
Het loon wat je krijgt op je rekening.
C
Het loon waarop nog niets is ingehouden.

Slide 22 - Quiz

Mevrouw Meijerink verdient €1995,- bruto per maand. De loonbelasting bedraagt €145,50 en de sociale premies €35,20. Bereken haar nettoloon.
A
€1815,-
B
€2175,70
C
€1814,30
D
€1849,50

Slide 23 - Quiz

Het nettoloon van de heer Roeberts is €2995,- De loonbelasting bedraagt €184,50 en de sociale premies €95,95. Bereken het brutoloon van de heer Roeberts.
A
€2714,55
B
€3275,45
C
€2810,50
D
€3275,50

Slide 24 - Quiz

Huiswerk volgende les
Plusopdrachten: 1 t/m 4 (blz 150) Rekenopdrachten: 1 t/m 4 (blz 152)


Slide 25 - Slide