Tijdens het voeren van een gesprek moet je in staat zijn het gesprek te sturen, zodat je voldoende ruimte krijgt om te spreken en jij en je gesprekspartner elkaar begrijpen.
Los miscommunicatie op.
Onderbreek je gesprekspartner op een gepaste manier.
Als je gesprekspartner je zonder goede reden onderbreekt, kun je op een beleefde toon aangeven dat je de beurt wilt houden.
Beëindig het gesprek op een goede manier.
Om een gesprek goed af te sluiten kun je een korte samenvatting geven, zodat je zeker weet dat jij en je gesprekspartner elkaar hebben begrepen. Het is beleefd om je gesprekspartner te bedanken voor het gesprek.