Woorden K.8 (vmbo t/h)

Woorden K.8 (versie 7.1)
(vmbo t-h)


Duits- Nederlands
1 / 43
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden K.8 (versie 7.1)
(vmbo t-h)


Duits- Nederlands

Slide 1 - Slide

Suse kommt aus einer Kleinen Stadt in der Nähe von Frankfurt.
A
in der Nähe = in de wijk
B
in der Nähe = in de buurt
C
in der Nähe = in het land
D
in der Nähe = in de stad

Slide 2 - Quiz

Menschen, die sich für Mode interessieren, fangen meist selbst an zu basteln.
A
basteln = knutselen
B
basteln = koken
C
basteln = naaien
D
basteln = kleden

Slide 3 - Quiz

Man kann bei Suse ein Praktikum machen.
A
Praktikum = practicum
B
Praktikum = oefening
C
Praktikum = workshop
D
Praktikum = stage

Slide 4 - Quiz

Was braucht man für Lasagna?
A
brauchen = gebruiken
B
brauchen = nodig hebben
C
brauchen = bakken
D
brauchen = kopen

Slide 5 - Quiz

Ich bin im Frühling geboren.
A
Frühling = winter
B
Frühling = zomer
C
Frühling = herfst
D
Frühling = voorjaar

Slide 6 - Quiz

Damit zeigen die Frauen, dass sie das Sagen haben.
A
zeigen = zeggen
B
zeigen = verkopen
C
zeigen = laten zien
D
zeigen = zeiden

Slide 7 - Quiz

Schneide aus dem Stoff einen langen Streifen heraus
A
Streifen = vierkant
B
Streifen = stuk
C
Streifen = knippen
D
Streifen = strook

Slide 8 - Quiz

Suses Geschäft gibt es schon fast neun Jahre.
A
fast = bijna
B
fast = snel
C
fast = vast en zeker
D
fast = meer dan

Slide 9 - Quiz

in de buurt
knutselen
bijna
voorjaar
stage
strook
laten zien
nodig hebben
in der Nähe
zeigen
Streifen
Frühling
Praktikum
basteln
brauchen
fast

Slide 10 - Drag question

Menschen, die sich für Mode interessieren, fangen meist selbst an zu basteln.
basteln =

Slide 11 - Open question

Was braucht man für Lasagna?
brauchen =

Slide 12 - Open question

Ich bin im Frühling geboren.
Frühling =

Slide 13 - Open question

Man kann bei Suse ein Praktikum machen.
Praktikum =

Slide 14 - Open question

Suse kommt aus einer Kleinen Stadt in der Nähe von Frankfurt.
in der Nähe =

Slide 15 - Open question

Schneide aus dem Stoff einen langen Streifen heraus
Streifen =

Slide 16 - Open question

Damit zeigen die Frauen, dass sie das Sagen haben.
zeigen =

Slide 17 - Open question

Suses Geschäft gibt es schon fast neun Jahre.
fast =

Slide 18 - Open question

Woorden K.8 (versie 7.1)
Nederlands - Duits

Slide 19 - Slide

de laars
A
die Stiefel
B
der Schuh

Slide 20 - Quiz

de jurk
A
das Kleid
B
der Rock

Slide 21 - Quiz

mogen
A
mögen
B
dürfen

Slide 22 - Quiz

willen (wens)
A
möchten
B
wollen

Slide 23 - Quiz

de broek
A
die Kapuze
B
die Hose

Slide 24 - Quiz

aardig
A
nett
B
lustig

Slide 25 - Quiz

de spijkerbroek
A
die Hose
B
die Jeans

Slide 26 - Quiz

aan hebben
A
anhaben
B
tragen

Slide 27 - Quiz

het kapsel
A
die Frisur
B
die Mütze

Slide 28 - Quiz

gekleurd
A
gestreift
B
bunt

Slide 29 - Quiz

nieuw
A
neu
B
nicht

Slide 30 - Quiz

leuk vinden, lusten
A
dürfen
B
mögen

Slide 31 - Quiz

moeten
A
müssen
B
sollen

Slide 32 - Quiz

mooi, knap
A
hübsch
B
nett

Slide 33 - Quiz

grijs
A
grün
B
grau

Slide 34 - Quiz

die Jeans
die Frisur
die Hose
die Stiefel
das Kleid
de laars
de broek
het kapsel
de jurk
de spijkerbroek

Slide 35 - Drag question

sollen
mögen
hübsch
dürfen
nett
müssen
möchten
bunt
anhaben
aan hebben
mogen
mooi, knap
leuk vinden,
lusten
gekleurd
aardig
willen (wens)
moeten

Slide 36 - Drag question

vul het hele antwoord in bij de volgende vragen.
Vb. de broek = die H...
Vul in: die Hose

Slide 37 - Slide

aardig = n...

Slide 38 - Open question

mogen = d.....

Slide 39 - Open question

de jurk = das K....

Slide 40 - Open question

leuk vinden, lusten = m....

Slide 41 - Open question

de laarzen = die S......

Slide 42 - Open question

gekleurd = b...

Slide 43 - Open question