This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat voor klimaat heeft Nederland?
Slide 2 - Open question
Onderzoek wind en weer in Nederland
Hoofdvraag
Welke invloed heeft de windrichting op de temperatuur en de neerslag in Nederland?
Slide 3 - Slide
Onderzoek: resultaten
- Noteer de invloed van de verschillende windrichtingen op de temperatuur. Gebruik de “temperatuur volgens het klimaat” om te bepalen of het een normale, koude of juiste warme dag was.
- Noteer bij welke windrichting de meeste neerslag valt en geef daarvoor een uitleg: Waarom juist veel neerslag bij die windrichting?
Slide 4 - Slide
Onderzoek: conclusies
Wind en neerslag
Neerslag vooral bij winden uit W en N
Slide 5 - Slide
Aanlandige wind brengt lucht van de zee naar het land.
Aflandige wind brengt lucht van het land naar de zee.
Slide 6 - Slide
Welke wind is in Londen aflandig?
A
noordenwind
B
oostenwind
C
zuidenwind
D
westenwind
Slide 7 - Quiz
Bij welke combinatie ontstaat nu daadwerkelijk neerslag?
A
aanlandige wind + stijgende lucht
B
aanlandige wind + dalende lucht
C
aflandige wind + stijgende lucht
D
aflandige wind +
dalende lucht
Slide 8 - Quiz
Ontstaan van neerslag
Slide 9 - Slide
Onderzoek: conclusies
Wind en temperatuur
1 Warmere dagen (tov normaal) bij Z
2 Koudere dagen (tov normaal) bij N
Verklaring
Noordenwind komt uit een koud(er) gebied
Zuidenwind komt uit een warm(er) gebied
Slide 10 - Slide
Onderzoek: conclusies
Wind en temperatuur
Wat is de invloed van een westenwind
en een oostenwind op de temperatuur?
Slide 11 - Slide
Zonnestralen verwarmen alleen het bovenste laagje zand.
Zonnestralen verwarmen een meters dikke laag zeewater.
Land warmt snel op en koelt ook snel af.
Water warmt langzaam op en koelt ook langzaam af.
Vergelijkbaar met.......
Vergelijkbaar met.......
Slide 12 - Slide
Welke uitspraak is voor de winter juist?
A
De temperatuur boven zee is meestal hoger dan boven land.
B
De temperatuur boven zee is meestal lager dan boven land.
Slide 13 - Quiz
Invloed van zee/land
1. Is het zomer of winter?
2. Ben je dichtbij de zee of juist ver op het land?
3. Waar komt de wind vandaan?
Slide 14 - Slide
Wind en weer
Verschillende windrichtingen hebben een ander effect op ons Nederlandse weer.
wind uit het noorden > polaire wind wind uit het oosten > continentale wind wind uit het zuiden > tropische wind wind uit het westen > maritieme wind
Slide 15 - Slide
Welke wind ontbreekt er in Zwitserland?
A
polaire wind
B
continentale wind
C
tropische wind
D
maritieme wind
Slide 16 - Quiz
Uit welke richting waait in Australië een tropische wind?
A
noordenwind
B
oostenwind
C
zuidenwind
D
westenwind
Slide 17 - Quiz
Maak een weerbericht
1. Wat kun je over de temperatuur zeggen?
2. Wat is de kans op neerslag?
Gebruik de weerkaart rechts.
Aanwijzingen:
- de wind waait om een hogedrukgebied met de klok mee.
- het betreft een dag in februari
Slide 18 - Slide
Maak een weerbericht
Wind draait om een hogedrukgebied met de wijzers van de klok mee.