Respect - taalgebruik

Zeggen wat je denkt?
Respect voor anderen en nog meer?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zeggen wat je denkt?
Respect voor anderen en nog meer?

Slide 1 - Slide

Hoeveel respect heb je voor ouderen?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 2 - Quiz

Hoeveel respect heb je voor kinderen?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 3 - Quiz

Hoeveel respect heb je voor de natuur?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 4 - Quiz

Hoeveel respect heb je voor gebouwen?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 5 - Quiz

Hoeveel respect heb je voor dieren?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 6 - Quiz

Wat houdt respect volgens jou in?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Neem iemand in gedachten uit je omgeving voor wie jij veel respect hebt!

Slide 9 - Slide

Je mag alles zeggen wat je denkt.

Slide 10 - Slide

Geef een argument waarom je respect hebt voor die persoon.

Slide 11 - Open question

Geef minstens 1 argument TEGEN de stelling: 'Je mag alles zeggen wat je denkt.'

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Situatie 1
Je bent in de supermarkt. Je hebt de boodschappen verzameld voor je moeder. Als je bijna bij de kassa bent,  krijg je een appje van je moeder. Ze heeft nog tomatensaus gevonden, die hoef je dus geen nieuwe te kopen! Wat doe je met de tomatensaus in je mandje?

Slide 14 - Slide

Wat doe je met de tomatensaus in je mandje?

Slide 15 - Open question

Situatie 2
Je loopt op school naar de kapstokken en komt bij de klapdeuren. Die vallen vanzelf dicht als je ze loslaat. Een paar meter achter je komt een andere leerling aanlopen, die ook door de klapdeuren wil. Wat doe je?

Slide 16 - Slide

Wat doe je?

Slide 17 - Open question

Bellen terwijl je aan de kassa staat.
A
respectvol
B
respectloos

Slide 18 - Quiz

De buschauffeur begroeten als je de bus in stapt.
A
respectvol
B
respectloos

Slide 19 - Quiz

Je/Jij zeggen tegen je opa.
A
respectvol
B
respectloos

Slide 20 - Quiz

Kanker als bijvoeglijke naamwoord gebruik (het is kanker slecht weer buiten).
A
respectvol
B
respectloos

Slide 21 - Quiz

De naam van een God gebruiken zonder betekenis (zonder dat je in die God gelooft).
A
respectvol
B
respectloos

Slide 22 - Quiz

Ik wil respectvol met mijn klasgenoten omgaan.
A
Ja
B
Nee
C
Niet bij allemaal

Slide 23 - Quiz

Ik ga respectvol met al mijn klasgenoten om.
A
Ja!
B
Het lukt me vaak niet
C
Het lukt me soms niet
D
Nee

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide