24-10-07 - klokkijken

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Ga naar lesson-up

Maak aantekeningen in je schrift!

Leg je werkboek op tafel

Programma & doel

1. Klokkijken in het Spaans

2. Woordjes leren

Lesdoel:

1. Je kunt 2 dingen noemen waar je op moet letten bij het zeggen van de tijd in het Spaans.

2. Je kent 5 woordjes die je voor de les nog niet kende. 

¿Qué hora es?

1. Son las nueve y cuarto.
2. Son las tres y media.
3. Son las dos y cuarto
4. Son las seis y media.

¿Qué hora es?

1. Son las dos y cuarto.
2. Son las seis en punto.
3. son las seis y cuarto.
4. Son las tres y media.

¿Qué hora es?

1. Son las siete y media.
2. Son las nueve menos cuarto.
3. Son las ocho menos cuarto.
4. Son las tres en punto.

¿Qué hora es?

1. Son la una menos cinco
2. Es la una menos cinco
3. Son las doce
4. Son la una y cinco

¿Que hora es?
12.00 uur(vul hieronder in, in het Spaans)

¿Que hora es?
13.00uur (vul hieronder in, in het Spaans)

¿Que hora es?
17.30 (vul hieronder in, in het Spaans)

¿Que hora es?
19.45 (vul hieronder in, in het Spaans)

¿Qué hora es?
14.15 uur (vul hieronder in, in het Spaans)

¿Que hora es?
15.30 (vul hieronder in, in het Spaans)

maandag

woensdag

dinsdag

vrijdag

zaterdag

donderdag

zondag

Lunes

Miércoles

Martes

Jueves

Sábado

Viernes

Domingo

2 regels van het klokkijken in het Spaans

Werkboek p. 32

Leer de woordjes van 4.4

Spaans - Nederlands

Ga naar: 

quizlet.live

Luisteren en maken

We gaan samen opdr 20 beluisteren.

Jullie maken daarna zelf opdracht 18, 19 en 21.

Maak bij opdr 21 je eigen rooster. Schrijf je vakken in het Spaans. Ik vraag daarna in het Spaans naar je rooster.