This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Sinds welk jaar hebben we de euro in Nederland?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Leerdoelen bij H4.3
hoe de Europese Unie is ontstaan
wat de doelen zijn van de Europese Unie
wat de voordelen en nadelen zijn van de interne markt
welke regionale economische verschillen er in Europa zijn en hoe je die kunt verklaren
welke migratiestromen er zijn binnen Europa en hoe je die kunt verklaren
Slide 4 - Slide
Wat is multicultureel?
A
Veel mensen die vlak bij elkaar wonen.
B
Veer verschillende culturen in een land.
C
Dat mensen meer culturen kunnen hebben.
D
Een cultuur die veel in een land voorkomt.
Slide 5 - Quiz
4.3 Europa: verenigd in verscheidenheid
Slide 6 - Slide
EEG
EEG 1957
Europese Economische Gemeenschap
Redenen:
Vrede! en welvaart
Landbouw
Handel
Transport
Slide 7 - Slide
Welvaart in de Europese Unie
Slide 8 - Slide
Europese Unie
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat is het hoofddoel van de EU?
A
vrede en welvaart
B
handel en welvaart
C
open grenzen en welvaart
D
open grenzen en vrede
Slide 11 - Quiz
Wat heeft de EU niet?
A
Een interne markt
B
Een leger
C
Een eigen munt
D
Open grenzen
Slide 12 - Quiz
Door de EU
A
Werken meer Nederlanders in Polen
B
Groeit de economie van Nederland
C
Worden de verschillen binnen de EU groter
D
Hebben wij over Nederland minder te zeggen
Slide 13 - Quiz
Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen
Slide 14 - Quiz
De EU is een...
A
economische samenwerking
B
politieke samenwerking
C
economische en politieke samenwerking
Slide 15 - Quiz
Europese eenwording
1951
EGKS
Europese Gemeenschap van Kolen en Staal
1957
EEG
Europese Economische Gemeenschap
1992
EU
Europese Unie
2002
Invoering Euro
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Europese eenwording
Na een eeuw vol oorlogen en economische crisis in Europa besloot een aantal landen te gaan samenwerken.
De EEG Europese Economische Gemeenschap.
Doel: voorkomen van meer verwoesting en oorlog
Groeide later uit tot de Europese Unie
Door de jaren heen kwamen er steeds meer landen bij.
(27 landen)
Slide 18 - Slide
Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.
Slide 19 - Quiz
Kenmerken van het communisme
Macht
Eén partij heeft alle macht
Productiemiddelen
In handen van de staat
Overheid
Bepaalt prijzen, lonen
Prijzen/loon
Vastgesteld door de overheid
Ieder werkt naar vermogen en ontvangt naar behoefte
Concurrentie
Is er niet
Waarden
Samenwerken, commune = leefgemeenschap
Orientatie
Arbeiders over de hele wereld verenigd
Slide 20 - Slide
Verenigd in Verscheidenheid
Slide 21 - Slide
Interne markt
Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.
Dat doen ze door...
Slide 22 - Slide
Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:
vrij verkeer van goederen en diensten
vrijhandel tussen de EU-landen. Je mag vrij goederen en diensten importeren en exporteren binnen EU-landen. Je hoeft bijvoorbeeld geen belasting (invoerrechten) te betalen.
vrij verkeer van personen
Inwoners van een EU-land mogen in een ander EU-land werken en wonen.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Eenheid
In de lidstaten wonen veel verschillende volken met een eigen cultuur
Daarom is de Europese Unie: Multicultureel
Toch willen ze een eenheid zijn.
De EU is voornamelijk een economische machtsblok:
Gegroeid door handel
Om handel te helpen hebben ze de onderlinge
grenzen weggehaald: Schengenlanden
Gezamenlijke afspraken over visumbeleid,
asielbeleid en politie en justitie
Slide 25 - Slide
Migratie
De economische verschillen binnen Europa hebben grote demografische gevolgen. Veel migratie van het oosten van Europa naar het westen.
Emigratie en immigratie
Vergrijzing: vertrek van jongeren plattelandsgebieden
Ontgroening: Minder geboortes afname van jongeren
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Maak van H4 paragraaf 3 opdrachten 1, 2, 4, 6, 7
Plenda, volgende les:
M (AK): H4.3 opdr 1, 2, 4, 6, 7
Klaar?
Maak een samenvatting van H4.3 (en/of H4.1)
Toets: zie DSW
AK PW H4 par 1, 3 en 4 + TOPO
Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op, of bij een andere (AK)docent)