Abram gaat ook vluchten met Sarah. Ze gaan de grens van Egypte over.
De vrouw van Abram moet van hem doen alsof ze zijn zus is. Want Abraham is bang dat ze hem doden om Sarah te kunnen hebben. Sarah gaat liegen. Abraham en Sarah zijn vluchtelingen.
Slide 2 - Slide
DAGOPENING 2/2
Hoe gaat dat verder?
Genesis 12 vers 14 t/m 20
Gebed: God, er zijn situaties waarin het lastig is om eerlijk te zijn. Maar u bent trouw en wil dat wij mensen eerlijk zijn. Hoe lastig het ook is
Slide 3 - Slide
Duidelijkheid/Regels
Iets vergeten? Melden aan begin van de les
Vinger opsteken bij een vraag
Niet tussendoor praten
Wachten met inpakken tot het wordt gezegd
Blijven zitten tot de bel gaat
Slide 4 - Slide
Prenez vos affairs:
vos livres
vos stylos
vos tablettes
vos cahiers
Slide 5 - Slide
Les Phrases-Clés
Page 92 en Vocabulaire A en B
Boeken dicht/beurten
/(eventueel)
Slide 6 - Slide
2D Grammaire et écrire
BUT:
Aan het einde kun je een tekstje schrijven over jezelf
en kun je het regelmatige werkwoord op -er gebruiken
Slide 7 - Slide
Regelmatige en onregelmatige werkwoorden
Vervoegen en de stam
UITLEG
Slide 8 - Slide
Wat is vervoegen??
Werkwoorden kun je vervoegen. Daarmee bedoelen we dat ze veranderen als je er 'ik', 'je', 'jij', 'hij', 'wij', 'jullie' of 'zij' voorzet
Voorbeeld NL: praten- ik praat, jij praat, wij praten
Voorbeeld Frans: parler- je parle, tu parles, nous parlons
Slide 9 - Slide
Hoe vind je de stam ?
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op -er.
Bijvoorbeeld, parler, donner, aimer
Als je -er weghaalt; houd je de stam over
Slide 10 - Slide
Page 72
16B/ Video -
lire Grammaire en uitleg
Maken samen 16A
Slide 11 - Slide
Page 73
Audi en maken 16C
Samen maken 16 D
Zelf maken/uitleg/17 A en 17B 9gebruik page 72)
Slide 12 - Slide
Page 74
maken 17C en 17D
leren vocabulaire A en B page 90, zinnen C Page 92
Slide 13 - Slide
Spel/Page 74/18
Met je buurman/buurvrouw
Pak 1 I-pad
zoek een online dobbelsteen op
lees en speel
gebruik 16B/page 72 om antwoord tegenspeler te controleren
Slide 14 - Slide
Schrijfopdracht 19- Schrijf opdracht over!
PAGE 74(moet in je schrift staan)
Schrijf in je schrift in het Frans een stukje tekst over jezelf.
Ongeveer 5 zinnen.
Gebruik de grammatica en de vocabulaire die bij dit hoofdstuk hoort. (en eventueel van het vorige hoofdstuk)
Slide 15 - Slide
Les devoirs
leren
Vocabulaire A en B (alleen de woorden)
Grammatica D page 93 (leer de uitgangen uit je hoofd!)
MAAK SCHRIJFOPDRACHT AF!!-Moet in je schrift staan!