210603 Grammatica woordsoorten h1+5

Wat gaan we doen?

  • Lesplanning
  • Lezen
  • H1 Grammatica woordsoorten
  • Oefenen
  • H5 Grammatica woordsoorten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?

  • Lesplanning
  • Lezen
  • H1 Grammatica woordsoorten
  • Oefenen
  • H5 Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Woordsoorten

H1
H2 (kww/zww)
H3 (kww/zww/hww)
H5
H6
Zinsdelen

H1 (vzv)
H2 (ng)
H3 (wg/ng)
H4 
H5
H6

Slide 3 - Slide

Geef de woordsoorten aan:
In dit land mogen mensen en dieren niet gekloond worden.

Daarom hebben twee Rotterdammers hun hond laten klonen in Zuid-Korea.


timer
7:00

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 1 Gramm. woordsoorten
Voornaamwoorden zijn woorden die verwijzen naar personen, dieren of andere zelfstandige dingen.

We kennen al:
Vragend voornaamwoord (wie, wat, welk(e), wat voor een)
Aanwijzend voornaamwoord (die, dit, dat, deze, zulke, zo'n)

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 1 Gramm. woordsoorten
Twee nieuwe voornaamwoorden:

Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)

Slide 6 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een persoon, dier of ding. 

Bijvoorbeeld:

Ik, jij, hij, zij, wij

mij, jou, u, hem, haar, ons

Slide 7 - Slide

persoonlijk voornaamwoord
Ik lees een boek.

Lemoni leest een boek.

Dat boek is van mij.

Slide 8 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Geeft aan van wie iets is.

Mijn, jouw, uw, zijn, haar, jullie, ons

Slide 9 - Slide

persoonlijk voornaamwoord
Dat is mijn fiets!

Onze klas is het leukste

Hebben jullie jullie telefoon weggelegd?

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Maken opdracht 1 en 2 van H1 woordsoorten (blz. 30)

We bespreken opdracht 1 over 10 minuten.

Klaar? Maak dan ook opdracht 3.



timer
10:00

Slide 11 - Slide

Pauze
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 5 woordsoorten
Voegwoorden...

Slide 13 - Slide

Voegwoorden (vgw)
Voegwoorden verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen aan elkaar.

Ik heb zin in patat en pizza.
Ik ben bang voor het onweer, omdat het zo'n hard geluid maakt.
Zodra ik begin te zingen, barsten de ruiten.

Slide 14 - Slide

Geef de woordsoorten aan:
Het echtpaar is dolgelukkig met hun nieuwe, gekopieerde huisdier, want hun oude hond is inmiddels overleden.






timer
4:00

Slide 15 - Slide

Het echtpaar is dolgelukkig met hun nieuwe, gekopieerde
blw        zn      kww     bn              vz  bz.vnw    bn               bn     

 huisdier, want hun oude hond is inmiddels overleden.  
          zn     vgw  bz.vnw bn   zn      hww    bw             zww

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 en 2 van H1 Woordsoorten.
Maak opdracht 1, 2, 5 en 6 van H5 grammatica woordsoorten.

Kijk je antwoorden na!

Wil je extra oefenen?
Kijk op www.cambiumned.nl 

Slide 17 - Slide