La semaine 50: Schrijfvaardigheid

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les .....
  • ... Ken ik de woorden van Unité 2. 
  • ....Heb ik geoefend met schrijfvaardigheid Frans. 
  • ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.


1.   De les duurt 30 min 
2.  Je hebt nodig: lesson up app, schrift, pen
3.  Microfoon staat uit, camera aan, vragen in de chat, of handje 
timer
1:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les .....
  • ... Ken ik de woorden van Unité 2. 
  • ....Heb ik geoefend met schrijfvaardigheid Frans. 
  • ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.


1.   De les duurt 30 min 
2.  Je hebt nodig: lesson up app, schrift, pen
3.  Microfoon staat uit, camera aan, vragen in de chat, of handje 
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Aan het einde van de les heb je schrijfvaardigheid geoefend en verbeterd

Slide 2 - Slide

La semaine 50:                                                                                        
lundi mardi et mercredi, le treize, le quatorze et le quinze  décembre       


Deze week doen we: 
- Lundi: Luistertoets

- Mardi:  Schrijven hoe doe je dat?
- Mercredi: Schrijven menu au choix: 1.7


Slide 3 - Slide

Schrijfvaardigheid 1
HAVO / VWO 2

Slide 4 - Slide

Schrijven:
Voor schrijfopdrachten heb je nodig:
- een goede leesvaardigheid
- een goede woordenschat (persoonlijke woordenlijst)
- de phrases-clés
- aantekeningen opbouw van een franse zin

Slide 5 - Slide

De volgorde in de Franse zin
Let op! De werkwoorden staan altijd bij elkaar!

Bepalingen van tijd / plaats - onderwerp - werkwoorden - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van tijd / plaats

Demain, je vais acheter un cadeau pour ma mère chez Galerie Lafayette

Slide 6 - Slide

Zet in de juiste volgorde ...
prend - le train - on - ce weekend - à 8 heures

Slide 7 - Open question

Zet in de juiste volgorde ...
La Tour Eiffel - ai- à Paris - j'- visité

Slide 8 - Open question

Zet in de juiste volgorde ...
aux élèves - a - au lycée - le prof - expliqué - les exercices

Slide 9 - Open question

Check of deze aantekeningen in je schrift staan!!!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

schrijfvaardigheid
Stap 1
Voorbereiding

Slide 13 - Slide

  • Lees de opdracht goed door.
  • Noteer steekwoorden op een hulpbriefje.
  • Kijk naar alle woorden / zinnen die je nodig hebt uit de phrases-clés.
  • "Vertaal-sites" kun je nu echt niet gebruiken (bij de toets ook niet!)

Slide 14 - Slide

schrijfvaardigheid
Stap 2
Kladversie schrijven

Slide 15 - Slide

  • Schrijf zinnen aan de hand van het hulpbriefje.
  • Gebruik de phrases-clés
  • Vertaal de zinnen niet letterlijk vanuit het Nederlands.
  • Maak aanpassingen vanuit de phrases-clés.

Slide 16 - Slide

schrijfvaardigheid
Stap 3
Opzoeken uit een woordenboek

Slide 17 - Slide

  • Woorden die je niet kent, zoek je op in een woordenboek.
  • Let hierbij op de juiste betekenis.

Slide 18 - Slide

schrijfvaardigheid
Stap 4
Controleer nu de woorden / zinnen op

Slide 19 - Slide

  • Controleer het onderwerp + werkwoord / werkwoordstijd
  • Heb je een ontkenning juist gebruikt?
  • Woorden mannelijk / vrouwelijk
  • Woorden enkelvoud / meervoud
  • Moeten er woorden aangepast worden?   
       - bezittelijk voornaamwoord
       - bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Slide

schrijfvaardigheid
Stap 5
Netversie schrijven

Slide 21 - Slide

Nu schrijf je de nette versie op!
Je levert op de toets alle papieren in. 
Dus overal je naam opschrijven.

Zorg nu ook voor een leesbaar handschrift!
Denk aan accenten en hoofdletters!

Slide 22 - Slide

Opdracht 

Expression écrite

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


Au moment où Emy écrit, on apprend qu'elle est dans la maison ensemble avec  :  
A
Michaël
B
David et Lucy
C
Michaël et David
D
David et sa petite amie.

Slide 25 - Quiz


D'après Emy, David et sa petite amie ont un projet. Lequel ?  
A
Ils prévoient de faire un bébé
B
Ils vont se mettre en ménage après les vacances d'été
C
Ils vont partir en vacances d'été à Séville

Slide 26 - Quiz


Dans combien de temps Lucy, arrivera-t-elle ? 
A
Dans une quinzaine de jours
B
à la fin des grandes vacances
C
dans une dizaine de jours

Slide 27 - Quiz


Pourquoi Lucy arrivera-t-elle secondairement ? 
Parce qu'elle
A
reste premièrement avec son petit ami
B
passe des examens

Slide 28 - Quiz


Où habite Linda ? 
A
À Paris
B
Rien ne permet de le savoir.
C
À Séville

Slide 29 - Quiz

Opdracht 1

Expression écrite

Slide 30 - Slide

Voorbereiding:
Je gaat jezelf voorstellen aan iemand die jou niet kent.
Je zet een aantal zinnen alvast op papier.
Ook stel je de vraag die erbij hoort, zodat je dat ook kan vragen aan de ander.

Deze zinnen + vragen zet je in een word document en verstuur je:
Opdrachten teams 

Slide 31 - Slide

  1. Je vertelt hoe je heet en hoe oud je bent.
  2. Je vertelt waar je woont en met wie je daar woont.
  3. Je vertelt over je broer(s) en zus(sen), ook "hoe" ze zijn.
  4. Je vertelt dat je een huisdier hebt: een hond en een kat.
  5. Je vertelt dat je op het Lindecollege in Wolvega zit. In de derde klas HAVO.
  6. Je zegt dat je elke dag om 7.45 naar school vertrekt.
  7. Zeg dat je aanstaande zaterdag zal vertrekken naar Nantes om de stad te bezoeken.
  8. Zeg dat je in een hotel zal slapen.

Slide 32 - Slide

Voorbereiding:
Check alle stappen voor je het opstuurt naar je docent.

Deze zinnen + vragen zet je in een word document en verstuur je:
Opdrachten MS Teams: schrijfopdracht week 50, hier mag je morgen ook nog aan werken.. 

Slide 33 - Slide