Future perfect
Will + have + voltooid deelwoord
He will have celebrated Christmas
Voor dingen die klaar zullen zijn voor een specifieke tijd
Future continuous
shall/will + (to be) + (verb+ing)
We shall be waiting for you behind the school.
dingen die gebeuren:
1. voor een langer tijd in de toekomst
2. op een specifiek moment in de toekomst