This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je schoolspullen: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.
Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van § 5.4.
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Programma
Startopdracht
Voorkennis (samenwerkingsopdracht)
Uitleg terugrekenen (herhaling)
Toepassen
Uitleg omzet en nettowinst
Toepassen
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
Van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs.
De betekenis van afzet, verkoopprijs en omzet uitleggen.
De omzet berekenen.
Verschillende bedrijfskosten benoemen.
De brutowinst en nettowinst berekenen.
Slide 3 - Slide
Voorkennis
Slide 4 - Slide
Denken-delen-uitwisselen
Meer klanten en winst voor Hema
Hema zag het afgelopen boekjaar het aantal klanten met bijna 35 procent stijgen. Ook kochten die voor fors meer geld producten, waardoor er na jaren van verliezen weer winst is geboekt.
Bespreek: hoe denk je dat bedrijven winst maken?
timer
2:00
Slide 5 - Slide
Uitleg
Slide 6 - Slide
Terugrekenen #1
De consumentenprijs is € 49. De btw is 21%.
Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 7 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 8 - Slide
De consumentenprijs is € 6,95. De btw is 21%. Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 9 - Open question
De consumentenprijs is € 2,49. De btw is 9%. Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 10 - Open question
Toepassen
Wat?
§ 5.3 opdracht 1 t/m 18 (blz. 156-161).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00
Slide 11 - Slide
Uitleg
Slide 12 - Slide
Omzet
Omzet = afzet × verkoopprijs
Opbrengst van de verkopen
Hoeveelheid producten
Slide 13 - Slide
Omzet #2
Sam verkoopt in een weekend 400 zakjes patat. De verkoopprijs van een zakje patat is € 2,80 (exclusief btw).
Bereken de omzet van dit weekend.
Slide 14 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 15 - Slide
De afzet in je smoothiebar was deze maand 3.480 smoothies. De verkoopprijs is € 4,25 per stuk. Bereken je omzet van deze maand.
Slide 16 - Open question
Oom Sam rekent dit weekend op een omzet van patat van € 825,-. De verkoopprijs van een zakje patat à 250 gram is € 2,20 (exclusief btw). Bereken hoeveel afzet van zakjes patat oom Sam dit weekend verwacht.
Slide 17 - Open question
Toepassen
Wat? Maak § 5.4 opdracht 1 t/m 19 (blz. 162-167).
Hoe? Zelfstandig met over overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
15:00
Slide 18 - Slide
Nettowinst
Kosten die een bedrijf bij de productie maakt.
Huur winkelpand
Energiekosten
Loonkosten
Reclamekosten
Inkoopwaarde is geen bedrijfskosten!
Slide 19 - Slide
Nettowinst #3
Bereken de nettowinst.
Slide 20 - Slide
Pak je wisbordje
Slide 21 - Slide
Wat zijn voorbeelden van bedrijfskosten?
A
Huur van bedrijfspand
B
Inkoopwaarde van fietsonderdelen
C
Loonkosten van het personeel
Slide 22 - Quiz
Een tijdschriftenkiosk heeft in september een omzet van € 14.175. De inkoopwaarde van de tijdschriften is € 5.670. De bedrijfskosten zijn € 4.920. Bereken de brutowinst
Slide 23 - Open question
Een gamewinkel heeft een partij van 300 spellen ingekocht voor € 9,50 per stuk. De verkoopprijs wordt € 18,95. De bedrijfskosten zijn € 865. Bereken de nettowinst.
Slide 24 - Open question
Toepassen
Wat? Maak § 5.4 opdracht 1 t/m 19 (blz. 162-167).
Hoe? Zelfstandig met over overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00
Slide 25 - Slide
Afsluiting
Slide 26 - Slide
De consumentenprijs is € 19,95. De btw is 21%. Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 27 - Open question
Een winkel heeft € 2.745 omzet. De inkoopwaarde van de verkochte artikelen is € 810. De bedrijfskosten bedragen € 1.344. Bereken de nettowinst.