Basisstof 4

Welkom bij biologie!
Welkom bij biologie!
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij biologie!
Welkom bij biologie!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Welkom
Herhalen
Leerdoelen
Praktische opdracht /Aan de slag! 
Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Een bot bestaat vooral uit 

En is daarom 

Kraakbeen bestaat vooral uit

En is daarom

Flexibel
Stevig
Lijmstof
Kalk

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Kogelgewricht
Scharniergewricht
Scharniergewricht

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen
- Aan het einde van deze les kan je de delen van het gewricht benoemen.
- Aan het einde van de les weet jij de functies van de verschillende onderdelen van het gewricht.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gewricht

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gewricht
Gewrichtkogel en gewrichtskom zijn de uiteinde van 2 beenderen.
Gewrichtskapsel houdt het gewricht bij elkaar,
Gewrichtssmeer maakt soepele bewegingen mogelijk.
Kraakbeenlaagje vangt schokken op.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De gewrichtskogel
Deze wordt ook wel gewrichtskop genoemd en beweegt in de gewrichtskom. 
Als je bijvoorbeeld je schouder uit de komt hebt dan betekent dit dat de gewrichtskogel van je opperarmbeen niet meer in de kom zit. 
Gewrichtskapsel
Het gewrichtskapsel (binnenste, rode) band, zorgt ervoor dat de botten aan elkaar blijven.
Kraakbeen
Het kraakbeen zorgt er voor dat de botten minder snel slijten. 
Kraakbeen is wat zachter dan botweefsel. 
gewrichtssmeer
Tussen het kraakbeen van de kop en de kom van het gewricht zit gewrichtssmeer. Dit zorgt er voor dat de botten soepel over elkaar heen glijden. Gewrichtssmeer wordt afgegeven door het gewrichtskapel.
de gewrichtskom
Samen met de gewrichtskop of gewrichtskogel vormt de kom het gewricht. Dit zorgt er voor dat de botten kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.
Vraag
Lees de uitleg eens en beantwoord de vraag:
Wat zorgt ervoor dat de botten bij elkaar blijven?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe noemen we nummer 5?
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskom
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet nummer 3?
A
gewrichtskom
B
gewrichtskogel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Praktische opdracht
- Aan de slag in tweetallen
- Hou het volume laag
- Niet onnodig rondlopen/ houd afstand
- Vragen? Steek je hand op

Gebruik je boek en of je mobiel/laptop als je iets niet weet

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Ken jij nu de leerdoelen:
- Je kan de delen van het gewricht benoemen.
- Je weet de functies van de onderdelen van de gewrichten. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gewrichtskogel
Gewrichtskom
Gewrichtkapsel
Gewrichtsmeer
Kraakbeenlaagje

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging 
Dit draait in de gewrichtskom
Voorkomt dat botten slijten.
Hierin draait de gewrichtsknobbel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskapsel
gewrichtsbanden
gewrichtssmeer
kraakbeen
Gewrichtskom

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Tot de volgende les!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

Nieuwe bs (4) uitleggen
Opdrachten maken

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- Kun je de werking van spieren begrijpen
- Weet je wat antagonisten zijn

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Spierstelsel

  • Spieren zitten vast aan het skelet
  • Spieren zitten onder je huid
  • Spieren zitten in organen (maag)
  • Je hart is een spier




Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waar heb je spieren voor nodig?
  • Bewegen van armen en benen
  • Je gezichtsuitdrukking
  • Praten en eten
  • Je bloedt rondpompen
  • Je voedsel door je lichaam verplaatsen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions




Pezen

Een spier zit met pezen aan botten vast.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions






De plaats waar een pees aan een bot vastzit, heet de aanhechtingsplaats.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 22 - Video

This item has no instructions

00:29
Welke twee dingen zorgen ervoor dat we kunnen bewegen?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

00:56
Wat gebeurt er als een spier zich samentrekt?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

02:02
Hoe noem je spieren die elkaar tegenwerken?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Biceps en triceps

Deze 2 spieren zijn 2 spieren die samenwerken.  De biceps zorg er voor dat de arm kan buiten, de triceps zorgt er daarna dat de arm weer kan strekken. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

pezen
1
spieren
2
botten
3
Antagonisten

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Th 4 Bs 4 
- Wat: Maak de opdrachten  2, 3, 5 tm 8
- Hoe: Individueel of samen
- Hulp: BVJ of lessonup
- Tijd: 15 minuten
- Uitkomst: Opdrachten af
- Klaar?: Maak de samenhang en ga wat voor jezelf doen

Slide 28 - Slide

https://biologiepagina.nl/Brugklasnieuw/Bewegen/Oefenenskelet/oefenenskelet.htm 

 - Als de armbuigspier gespannen is, is de armstrekspier     1
- Als de armbuigspier korter wordt, heeft dat tot gevolg dat de armstrekspier wordt   2

1
2
Ontspannen
Gespannen
Langer
Korter

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

 - Als de armbuigspier ontspannen is, is de armstrekspier    3
- Als de armbuigspier langer wordt, komt dat doordat de armstrekspier wordt     4

3
4
Ontspannen
Gespannen
Langer
Korter

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Achterste dijspier
Kuitspier
Scheenbeenspier
Voorste dijspier
1
2
3
4

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Welke spieren vormen een antagonistisch paar?
Spier 1 en ....
Spier 2 en ....
1
2
3
4

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

De spier die het been laat buigen is de ....
De spier die het been weer strekt is de ....
Achterste dijspier
Voorste dijspier

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Om het gewicht op te tillen moet de gewichtheffer de .... samentrekken
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Om de arm te strekken moet de gewichtheffer de .... samentrekken
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Pak met je rechterhand je linkeronderarm vast. Maak met je linkerhand een vuist en strek vervolgens je vingers. Herhaal dit een paar keer.
Waar liggen de spieren waarmee je de vingers beweegt?
A
In de bovenarm
B
In de hand
C
In de onderarm

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Bij een medisch onderzoek knijpt een arts in de kuitspier. Hierdoor bootst de arts het samentrekken van de spier na. Daardoor beweegt de voet.
Leg uit in welke richting de voet beweegt.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

De kuitspier vormt een antagonistisch paar met de .....

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

De pees waarmee de kuitspier vastzit aan het hielbeen, heet de achillespees. Een gescheurde achillespees is een sportblessure die regelmatig voorkomt.
Leg uit of je het hielbeen van de grond kunt tillen als de achillespees gescheurd is.

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
Je weet nu aan het einde van de les:
- Je weet nu hoe de spieren werken
- Je weet nu wat antagonisten zijn

Slide 40 - Slide

This item has no instructions