Temperatuurregulatie

Temperatuurregulatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Temperatuurregulatie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

  • Benoemen waarom een temperatuur binnen grenswaarden van belang is.
  • De manieren van warmteverlies en warmteproductie beschrijven.
  • Het verschil tussen kern- en schiltemperatuur benoemen.
  • Normaalwaarden van de temperatuur aangeven.
  • Een lagere en hogere temperatuur benoemen met de verschijnselen en risico’s.
  • Risicogroepen benoemen voor de gevolgen van hitte of kou, oorzaken daarvan noemen en maatregen om de problemen te voorkomen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Regelsysteem
De hypothalamus: temperatuurregelcentrum 

Zintuigcellen (sensoren) in de huid 
en in de hypothalamus nemen de lichaamstemperatuur waar. 

Thermostaatfunctie: zoveel mogelijk een vaste temperatuur

Slide 4 - Slide

Valt temperatuurregulatie onder de vitale functies?
Waar
Niet waar

Slide 5 - Poll

Warmteproductie
Vooral de stofwisseling in de spieren, de lever en de spijsverteringsorganen levert warmte.


Tijdens verbranding in de cellen meer dan 60% productie van warmte en minder dan 40% energie voor de uitvoering van de cel functie

• Hierdoor blijven weefsels op temperatuur

• Overtollige warmte wordt door het bloed getransporteerd zodat de warmte egaal over het
lichaam verdeeld kan worden

Slide 6 - Slide

Koude-regulatie
Bij kou -> vasoconstrictie ->  
bloed stroomt langzamer -> 
bloed kan meer O2 aan weefsel afgeven -> 
O2-gehalte in bloed is laag -> 
blauwe kleur (cyanose)

Slide 7 - Slide

Warmteafgifte
  • Vasodilatatie-> bloedvaten wijder
    Warm, wat zie je?

  • Vasoconstrictie-> bloedvaten vernauwen
    Koud, wat zie je?

Slide 8 - Slide

lichaamstemperatuur
De stofwisseling verloopt het meest efficiënt bij 36o-37o graden Celsius
• De lichaamstemperatuur is het evenwicht tussen warmteproductie en warmteafgifte en wordt
warmteregulatie genoemd
• Het temperatuurcentrum bevindt zich in de hypothalamus

Slide 9 - Slide

Temperatuur waarden 

Normaal: 36.5-37.5
Te koud: <36.5
Onderkoeling: <35.0
Verhoging: 37.5-38.0
Koorts: >38.0
Hyperthermie: > 41.0
Te koud:
Verhoging spierspanning
(willekeurige spieren krijgen onwillekeurige bewegingen)
Rillen, klappertanden

Te warm
Dilatatie
Zweten

Slide 10 - Slide

Schil- en kerntemperatuur
Temperatuur in armen, benen & huid (de schil) is lager dan de temperatuur in de romp en binnenzijde van het lichaam (kern)

Met de lichaamstemperatuur wordt de kerntemperatuur bedoeld.
 
Rectale meting levert de betrouwbaarste informatie over de (kern)temperatuur.

Hoe zit dat met een voorhoofdsmeting? 

Slide 11 - Slide

regulatie
  • Bij een te lage lichaamstemperatuur stimuleert de hypothalamus de warmteproductie en remt de
warmteafgifte
  • Bij koorts wordt de hypothalamus door de koortsverwekkende stoffen in het bloed op een hoger
temperatuur ingesteld
  • Vooral spierwerking verhoogt de warmteproductie (rillen, klappertanden)

Slide 12 - Slide

warmte afgifte
Afgifte kan worden verminderd door een verminderde doorbloeding van de huid (bleek),
vermindering van de zweetproductie (droge huid) en het aanspannen van de haarspiertjes
waardoor kippenvel ontstaat

Slide 13 - Slide

Koorts
Koorts intensiveert de stofwisseling. Dit helpt bij het versnellen van de verschillende genezingsprocessen.
• Als de lichaamstemperatuur te hoog wordt bij koorts is gevaarlijk omdat de hoge temperatuur het lichaam kan beschadigen

normaal : tussen 35,8 en 37,4 °C
verhoging: tussen 37,5 en 38 °C
koorts: boven 38 °C

Slide 14 - Slide

Kwetsbare groepen
Baby’s
  • Baby’s lopen vooral risico op een te lage lichaamstemperatuur. Ze verliezen veel warmte door een relatief groot hoofd en groot huidoppervlak.
Ouderen
  • Ouderen lopen risico op een te lage of te hoge lichaamstemperatuur. Hun huidbloedvaten kunnen minder goed en minder snel vernauwen en verwijden en hun huid produceert minder zweet.

Slide 15 - Slide

Geneesmiddelen
Geneesmiddelengebruik kan de temperatuurregeling ook verstoren.


Dat geldt bijvoorbeeld voor diuretica (plastabletten), bloeddrukverlagers en pijnstillers 

Slide 16 - Slide

wat helpt het meest om het minder warm te krijgen als je koorts hebt?
A
Snellere ademhaling
B
Vasodilatatie (vaatverwijding)
C
Toename van transpiratie
D
Vasoconstrictie (vaatvernauwing)

Slide 17 - Quiz

Noem twee kwetsbare doelgroepen.

Slide 18 - Open question

Overtollige warmte wordt door het bloed getransporteerd zodat de warmte egaal over het lichaam verdeeld kan worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Het temperatuurcentrum bevindt zich in:
A
de schildklier
B
de kleine hersenen
C
de hypothalamus
D
de amygdala

Slide 20 - Quiz

Afgifte van warmte kan worden verminderd door
A
een verminderde doorbloeding van de huid (bleek)
B
vermindering van de zweetproductie (droge huid)
C
het aanspannen van de haarspiertjes (kippenvel)
D
alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quiz

De lichaamstemperatuur is het evenwicht tussen warmteproductie en warmteafgifte en wordt warmteregulatie genoemd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

De huid heeft altijd dezelfde temperatuur als de inwendige organen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Lesdoelen

Benoemen waarom een temperatuur binnen grenswaarden van belang is.
  • De manieren van warmteverlies en warmteproductie beschrijven.
  • Het verschil tussen kern- en schiltemperatuur benoemen.
  • Normaalwaarden van de temperatuur aangeven.
  • Een lagere en hogere temperatuur benoemen met de verschijnselen en risico’s.
  • Risicogroepen benoemen voor de gevolgen van hitte of kou, oorzaken daarvan noemen en maatregelen om de problemen te voorkomen.

Slide 24 - Slide

Tijd voor je opdrachten

Slide 25 - Slide