naamwoorden welke groep?

De volgende woorden staan in de nominativus enkelvoud.
Geef aan tot welke groep ze behoren.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De volgende woorden staan in de nominativus enkelvoud.
Geef aan tot welke groep ze behoren.

Slide 1 - Slide

dea
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 2 - Quiz

sacerdos
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 3 - Quiz

equus
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 4 - Quiz

templum
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 5 - Quiz

vita
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 6 - Quiz

ventus
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 7 - Quiz

arbor
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 8 - Quiz

umbra
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 9 - Quiz

flos
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 10 - Quiz

locus
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 11 - Quiz

insula
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3

Slide 12 - Quiz

De volgende woorden kunnen in alle naamvallen staan. Geef aan welke naamval ze staan en tot welke groep ze behoren.

Slide 13 - Slide

annos
A
groep 1- abl ev
B
groep 2 - acc mv
C
groep 2 - abl ev
D
groep 3 - nom mv

Slide 14 - Quiz

consilio
A
groep 1- abl ev
B
groep 2 - acc mv
C
groep 2 - abl ev
D
groep 3 - nom mv

Slide 15 - Quiz

amicarum
A
groep 1- acc ev
B
groep 2 - gen mv
C
groep 1 - gen mv
D
groep 3 - acc ev

Slide 16 - Quiz

templa
A
groep 1- nom ev
B
groep 1 - abl ev
C
groep 2 - nom mv
D
groep 2 - acc mv

Slide 17 - Quiz