Je weet waardoor de economie van China sinds 1979 snel groeide.
Je weet hoe de rol van China in de wereldeconomie is veranderd.
Je kunt positieve en negatieve gevolgen noemen van globalisering voor China.
Herhaling: Leerdoelen 1.7
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Je weet waardoor de economie van China sinds 1979 snel groeide.
Je weet hoe de rol van China in de wereldeconomie is veranderd.
Je kunt positieve en negatieve gevolgen noemen van globalisering voor China.
Herhaling: Leerdoelen 1.7
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
1.8 Verschillen in de wereld
Slide 3 - Slide
Lezen paragraaf 1.8
timer
5:00
Je weet met welke indicatoren je landen in groepen kunt indelen en met elkaar kunt vergelijken.
Je kunt verschillen tussen landen met behulp van indicatoren beschrijven en verklaren.
Slide 4 - Slide
Je weet met welke indicatoren je landen in groepen kunt indelen en met elkaar kunt vergelijken.
Je kunt verschillen tussen landen met behulp van indicatoren beschrijven en verklaren.
Slide 5 - Slide
Er bestaan grote verschillen tussen landen. Deels zijn die veroorzaakt door historische gebeurtenissen en deels door recentere ontwikkelingen, zoals globalisering. Door allerlei cijfers te verzamelen, krijg je een beter beeld van landen en kun je ze onderling vergelijken.
Slide 6 - Slide
geografische indicatoren?
Slide 7 - Mind map
Hoe herken je centrum-periferiemode in deze bron?
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen rbanisatietempo en urbanisatiegraad?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
00:47
In 2022 werden er zo'n 168.000 kinderen geboren. Er woonden 18 miljoen mensen in Nederland. Hoe hoog was het geboortecijfer in promille?
Slide 12 - Open question
00:59
Zo'n 169.000 mensen overleden afgelopen jaar. Er woonden 18.000.000 mensen in 2022 in Nederland. Hoe hoog was het sterftecijfer in promille?
Slide 13 - Open question
01:14
Stelling I: De bevolking in fase is stationair (groeit of krimpt niet of nauwelijks)
Stelling II: Veel arme landen zitten nog in fase 1 van het transitiemodel
A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
01:22
Waardoor neemt het sterftecijfer af in fase 2? Wat is geen juiste oorzaak?
A
Beter medische zorg
B
Anti conceptie
C
Betere levensomstandigheden
D
Uitvindingen als antibiotica e.d.
Slide 15 - Quiz
01:51
Hoe noemen we de bevolkingsgrafiek die bij fase 2 hoort?
Slide 16 - Open question
01:55
Het geboortecijfer neemt in fase 3 neemt ook af. Wat is geen juiste oorzaak?
A
Betere hygiëne
B
Meisjes gaan naar school
C
Anti conceptie
D
Hogere welvaart
Slide 17 - Quiz
02:23
Hoe noemen we de bevolkingsgrafiek in fase 4 waar ons land in zit?
Slide 18 - Open question
02:41
Wat is de belangrijkst oorzaak van het sterfte overschot (natuurlijke krimp) in deze landen?