This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Superheroes
Slide 1 - Slide
Wat kan ik na de 'superheroes' les?
Ik kan iemand voorstellen
Ik kan iemand beschrijven
Ik kan de werkwoorden CAN en HAVE gebruiken
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Warming-up: video met vragen
Welke krachten wil jij hebben?
Warming-up: welke superkrachten ken je allemaal
Beschrijf een superheld (voorbeeld)
Teken jouw held!
Mind-map maken van jouw held!
Presenteer jouw held aan de groep
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
00:48
What is the superpower of the Dutch Wim Hof?
Slide 5 - Open question
01:28
What was the first thing Michelle ate?
A
A necklace
B
A Plane
C
A TV
D
Mount Everest
Slide 6 - Quiz
02:18
Why is Scott called a 'human calculator'
Slide 7 - Open question
03:05
What makes the Rubber Boy so unique
A
He is flexible
B
He has talent and is hard working
C
He can put himself in a box
D
He only has talent
Slide 8 - Quiz
04:36
What is the runner's superpower?
Slide 9 - Open question
Which of the ten superpowers would you like to have?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Huiswerk
Slide 12 - Slide
Super powers!
Slide 13 - Mind map
Kijk goed: Spiderman
He can
He can (hij kan) ...
He has (hij heeft) ...
Slide 14 - Slide
Schrijf 3 zinnen over Spiderman
Slide 15 - Open question
Example
Slide 16 - Slide
Nu gaan jullie zelf aan de slag
Wat heb je nodig?
- 1x wit A4
- Kleurpotloden/stiften
- Pen/potlood
- Met een computerprogramma tekenen mag ook
Slide 17 - Slide
Nu gaan jullie zelf aan de slag
Wat ga je doen?
Stap 1: Bedenk een naam voor jouw superheld.
Stap 2: Bedenk de krachten en zwaktes van jouw superheld.
Stap 3: Vul de categorieën (net zoals op het voorbeeld) in voor jouw held (Superpower, Daily Life, Likes & Dislikes, Looks). Doe dit eerst op een kladblaadje!
Stap 4: Teken jouw held in het midden van je blad. Schrijf daarna de dingen die bij jouw held horen op.
Stap 5: Stuur een foto van jouw van jouw tekening/ plaatje in de volgende dia.
Slide 18 - Slide
Je stelt je held netjes voor "this is .. " of "his/her superhero name is .. "
Je hebt alle categorieën over je superheld ingevuld (Superpower, Daily Life, Likes & Dislikes, Looks)
Je ziet duidelijk dat je aandacht hebt besteed aan jouw held (dus niet alleen een smiley ofzo)
Je maakt goed gebruik van het werkwoord HAVE en CAN
Je hebt je presentatie over jouw hero goed voorbereid (je mag de tekst voorlezen en dit heb je ook goed geoefend). Je bent goed te verstaan en je spreekt vloeiend.