Paragraaf 2.5 opvoeding en cultuurgroepen

Jongeren verschillen van mening met oudere generaties.
Overheersende cultuur.
Overdracht van waarden, normen, ideeën, wetten, gewoonten en smaak voor zichtbare zaken
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuu
Generatiefconflict 
Dominante cultuur
Cultuuroverdracht
Subcultuur
1 / 36
next
Slide 1: Drag question
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Jongeren verschillen van mening met oudere generaties.
Overheersende cultuur.
Overdracht van waarden, normen, ideeën, wetten, gewoonten en smaak voor zichtbare zaken
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuu
Generatiefconflict 
Dominante cultuur
Cultuuroverdracht
Subcultuur

Slide 1 - Drag question

Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
Jongeren verschillen van mening met oudere generaties.
Overheersende cultuur.

Slide 2 - Drag question

Subcultuur
Cultuuroverdracht
Generatieconflict
Dominantie cultuur

Slide 3 - Drag question

Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
Overdracht van waarden, normen, ideeën, wetten, gewoonten en smaak voor zichtbare zaken
Jongeren verschillen van mening met oudere generaties.
Overheersende cultuur.
Generatiefonclict
Cultuuroverdracht
Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 4 - Drag question

Overdracht van waarden, normen, ideeën, wetten, gewoonten en smaak voor zichtbare zaken
A
Multiculturele samenleving
B
Generatiefonclict
C
Cultuuroverdracht
D
Tegencultuur

Slide 5 - Quiz

Cultuuroverdracht
A
Een samenleving met allemaal verschillende culturen
B
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
C
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culture
D
Overdracht van waarden, normen, ideeën, wetten, gewoonten en smaak voor zichtbare zaken

Slide 6 - Quiz

Antwoorden - begrippen - 2.5 Opvoeding en cultuurgroepen
1 : Cultuuroverdracht: Overdracht van waarden, normen, ideeën, wetten, gewoonten en smaak voor zichtbare zaken

Slide 7 - Slide

Antwoorden - kennisvragen - Paragraaf 2.5 Opvoeding en cultuurgroepen
2 Zetten zichzelf vaak apart. 
3 schema boek 
4 Regels, waarden en normen.
5 Zij willen andere waarden en normen en regels.
6 Niet.

Slide 8 - Slide

Je handelt op grond van je eigen keuzes
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 9 - Quiz

Je krijgt respect als je je niet te veel aanpast aan anderen
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 10 - Quiz

Je bent lid van een groep.
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 11 - Quiz

Je krijgt respect als je je op de juiste manier gedraagt
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 12 - Quiz

De eer van het gezin of de groep staat voor.
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 13 - Quiz

Vrouwen en kinderen nemen in een traditie een ondergeschikte positie in
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 14 - Quiz

Weinig toezicht van anderen op je.
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 15 - Quiz

Veel toezicht van anderen op je
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 16 - Quiz

Je hebt persoonlijke vrijheid
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 17 - Quiz

Eigen verantwoordelijkheid voorop; eigen prestaties zijn belangrijk.
A
Noord - Europese cultuur
B
Zuid - Europese cultuur

Slide 18 - Quiz

Voor de Tweede Wereldoorlog bestonden er geen jongerenculturen omdat er weinig welvaart was.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Jongeren vormen ook vaak een subcultuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

De jongeren cultuur ontstond voor het eerst in de jaren vijftig van de vorige eeuw.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Na 1950 ontstond er bij de jeugd een ‘wij-gevoel’ en onder andere daardoor een jongerencultuur."
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Hardcore is een voorbeeld van een jongerencultuur
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Schuurfeesten zijn een slecht voorbeeld van een jongerencultuur
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Antwoorden toepassingsvragen - paragraaf 2.5 opvoeding en cultuurgroepen
7 De wereld gaat dan verder en blijft ‘draaien’.
8 a Turken en Marokkanen vinden veel meer het geloof een belangrijk deel van henzelf dan autochtonen. 
b Ruim 80% doet het pijn als er iets slechts over het geloof wordt gezegd.

c 63 tot 75% van de Turken en Marokkanen vindt niet dat het geloof in twijfel mag worden getrokken. 

9 a Marokkanen bidden veel vaker dan Turken. b Jongeren bidden minder vaak dan ouderen. 

10 a Een meerderheid is voor een boerkaverbod. b Eigen mening (met toelichting). 

c Ongeveer 400. 

d Eigen mening (weinig; het is 0,000024 procent van de bevolking

Slide 25 - Slide

Muziek is niet belangrijk in jeugd culturen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

De industrie probeert op de stijlen van jongeren in te spelen.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

De stijlen van jongeren veranderen niet snel.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Wat vandaag in is, kan morgen weer ouderwets zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 30 - Quiz

Overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 31 - Quiz

Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culturen.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 32 - Quiz

Dominante cultuur
A
Een samenleving met allemaal verschillende culturen
B
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
C
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culture
D
Overheersende cultuur.

Slide 33 - Quiz

Subcultuur
A
Een samenleving met allemaal verschillende culturen
B
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
C
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culture
D
Overheersende cultuur.

Slide 34 - Quiz

Tegencultuur
A
Een samenleving met allemaal verschillende culturen
B
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
C
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culture
D
Overheersende cultuur.

Slide 35 - Quiz

Antwoorden - toepassingsvragen - 2.4 Jongerencultuur
6 Om er geld aan te verdienen.
7 Afhankelijk van de tijd en plaats: new wavers, hardcore, riders, corpo’s, schuurfeesters enz..
8 a Tijd van de jaren ’70.
b Film-achtige muziek met een vrolijk karakter. Hits: Grease lightening, Paradise by the dashboard light. c Eigen antwoord.

Slide 36 - Slide