Sprookje Anders Versie B

• Drama
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Sprookje Anders 

Periode 3

Sth1a

Lesplanning

1. Lesdoelen

2. Kennen we Sprookjes?

3. Uitleg 4 begrippen + oefening

4. Uitleg opdracht + aan de slag

5. Lesdoelencheck

Sprookjes

Protagonist

De hoofdpersoon in de scène. De persoon die iets wil bereiken.

Kan iemand een voorbeeld noemen?

Antagonist

De persoon die de hoofdpersoon tegenzit. Wil iets anders bereiken. 

Kan iemand een voorbeeld noemen?

Conflict

Doordat beide personen wat anders willen ontstaat er een probleem/botsing.

Dit heet een conflict. Zonder conflict is een scène niet interessant!

Plotvraag

Dé vraag die je jezelf op een gegeven moment afvraagt. 

Leeft de persoon nog?

Komen ze terug bij elkaar?

Enzovoort.

Oefening

We gaan een filmpje bekijken. 

Bedenk goed: Wie is de Protagonist, wie de Antagonist, wat is het Conflict en wat is de Plotvraag?

Wie is de Protagonist? (hoofdpersoon)

Wie is de Antagonist (tegenwerker)

Wat is het conflict? (probleem)

Wat is de Plotvraag? (hoofdvraag)

Groepsindeling

1.    Nathan - Daan - Stan

2.   Jotte - Tijl - Sander

3.   Marit - Joas - Niek

4.  Jens - Jente - Milan

5.  Anouk - Annelien - Shurendy 

Opdracht

1. Je gaat met een groepje een Sprookje kiezen.

2. Kies een leuk gedeelte hieruit. 

3. Vul het werkblad in (bespreken)

4. Schrijf het script. 

5. Speel de scène 

Deze les af:

1. Sprookje gekozen & Werkblad ingevuld

Lesdoelencheck:

Protagonist, Antagonist, Conflict, Plotvraag

Planning

1. Checken -> Werkblad volledig ingevuld?

2. Script afschrijven + laten controleren

3. Wie is wie en wat hebben jullie nodig?

4. Oefenen zonder attributen. Puur tekst oefenen en bedenken hoe iedereen moet lopen.

Volgende week

1. Script af + ingeleverd in Learnbeat (digitaal dus!, lettergrootte 14 zonder tussenruimte. 

2. Script laten controleren.

3. Oefenen scene met attributen