Par. 2.4 Leven voor én na de dood

Leerdoelen opschrijven
2. Welke rol speelde het geloof in het oude Egypte?
3. Waardoor nam de macht van de farao’s af?
4. Hoe en wanneer kwam er een einde aan het faraonische Egypte?

Klaar? Leer de begrippen op blz. 41
timer
2:00
Vorige les:
1. Uit welke groepen bestond de Egyptische samenleving?
2. Welke rol speelde het geloof in het oude Egypte?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen opschrijven
2. Welke rol speelde het geloof in het oude Egypte?
3. Waardoor nam de macht van de farao’s af?
4. Hoe en wanneer kwam er een einde aan het faraonische Egypte?

Klaar? Leer de begrippen op blz. 41
timer
2:00
Vorige les:
1. Uit welke groepen bestond de Egyptische samenleving?
2. Welke rol speelde het geloof in het oude Egypte?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Studiewijzer
09-09 Par. 1.1 Wat is geschiedenis?
12-09 Par. 2.1 De eerste mensen jager en verzamelen
16-09 Par. 2.1 De eerste mensen jager en verzamelen
19-09 Par. 2.2 De landbouwrevolutie
23-09 Par. 2.2 De landbouwrevolutie
26-09 SO par. 1.1, 2.1 en 2.2
30-09 Par. 2.3 Machtige steden en staten
03-10 Par. 2.3 Machtige steden en staten
07-10 Par. 2.4 Leven voor én na de dood
10-10 Par. 2.4 Leven voor én na de dood
14-10 Herhaling / voorbereiding TWT
Toetsweek periode 1
Hoofdstuk 1 par. 1.1 + Hoofdstuk 2 par. 2.1 t/m 2.4

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
1. Uitleg par. 2.4
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Leerdoelen bespreken
4. Afsluiten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het Egyptische Standenmaatschappij:
1: Farao: "god" (zoon van zonnegod Ra), bevelhebber van het leger en vloot, baas van alle priesters en ambtenaren. 
2: Hogepriesters, vizier, hoge ambtenaren.
3. Lage ambtenaren, ambachtsliederen.
4. Slaven... onvrije!
Je werd slaaf als je bijvoorbeeld krijgsgevangen werd genomen of een schuld niet kon aflossen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De Egyptenaren
  • Een huishouden bestond uit meerdere generaties.
  • Vrouwen zorgeden samen voor het huishouden en haalden boodschappen in huis.
  • In boerengezinnen hielpen de vrouwen ook op de akkers en verhandelden een deel van de oogst. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Egyptische vrouwen
  • Egyptische vrouwen waren zelfstandiger dan vrouwen in andere landbouw-stedelijke culturen: ze konden een hoge functie hebben, zoals ambtenaar of dokter. 
  • Vrouwen en mannen waren min of meer gelijk: vrouwen hadden dezelfde rechten als mannen. 
  • Meisjes gingen niet naar school en leerden van hun moeder over het huishouden en kinderverzorging.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Egyptische mannen
  • Werken meestal buitenhuis. 
  • Jongens leerden een vak van zijn vader. 
  • Alleen kinderen van rijke Egyptenaren gingen naar school en leerden lezen en schrijven. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Natuurgodsdienst
  • De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, denk maar aan de Nijl.
  • Polytheïsme: geloof in meerdere goden.
  • De Egyptenaren geloofden dat de krachten in de natuur door de goden werden aangestuurd. 
  • Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken.
  • Veel goden zagen eruit als dieren.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ra/ Amon
  • Zonnegod

  • Afgebeeld als valk

  • Liet de zon iedere dag opkomen.

  • Mensen kregen kinderen en werden er dieren geboren. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god)

  • Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte

  • Afgebeeld als mummie, omdat hij door zijn jaloerse broer Seth in 14 stukken is gehakt

  • Isis heeft Osiris gemummificeerd om het lichaam weer heel te maken.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Isis
  • Godin van de Vruchtbaarheid

  • Uit de tranen van Isis is de Nijl ontstaan

  • Isis wordt ook afgebeeld als havik of cobra

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Anubis

  • God van het Dodenrijk

  • (Kop van een) jakhals

  • Jakhalzen werden vaak gezien in de buurt van graven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Geloof

Thuis hadden de Egyptenaren godenbeeldjes staan. 

Ze droegen sieraden met afbeeldingen van de goden. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Tempels
Tempels waren huizen van de goden. 
Ze brachten er offers aan de goden en de farao.
Priesters voerden rituelen (plechtige handelingen bij een bijzondere gebeurtenis) uit in de tempels. 
Tempel bezat ook boerderijen, akkers en werkplaatsen waar voorwerpen werden gemaakt. 
Een tempel leek op een bedrijf en kon rijk en machtig zijn (ook de priesters).
 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De Farao
De Farao was:
  • Legeraanvoerder
  • Hoogste priester
  • Hoogste rechter

  • Geen gewoon mens, maar een god.
  • Hij kon door zijn goddelijkheid zorgen voor rust en orde in de samenleving.
  • De farao's werden begraven in piramiden. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions





Leven na de dood

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

                                   Het Dodenrijk

Slide 17 - Slide

Om in het dodenrijk te komen, moest je eerst naar Osiris (de God van de aarde). Hij besliste samen met 42 rechters over je lot. Er werden vragen over je leven gesteld.

“Heb je iemand vermoord ?” of “Heb je iemand bedrogen ?”

Je moest antwoorden met “ja” of “nee” Ondertussen werd je hart gewogen op een weegschaal. Aan de ene kant van de weegschaal lag je hart, en aan de andere kant de “veer van de waarheid” 

Als je loog tegen Osiris, raakte de weegschaal uit balans. Als dat gebeurde, werd je opgegeten door Ammit, een vreselijk monster met de kop van een krokodil, het lijf van een leeuw en poten van een nijlpaard.

 Als de weegschaal in balans bleef en je had goed geleefd, mocht je naar de “eeuwige velden”
Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven, want de ziel ging overdag terug nar het lichaam. 
  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)
  • Familieleden bezochten het graf en legden er brood en wat vlees neer: offers voor de goden en voor de de dode. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Begraven

  • Hoe meer aanzien, hoe rijker de mummie en het graf versierd waren en hoe groter zijn graf was.
  • De farao's werden eerst in piramiden begraven, maar dat kostte veel tijd om te maken.
  • En ze vielen nogal op. Gevolg: grafrovers

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vallei der Koningen
  • De latere koningen werden daarom in rotsgraven in het zuiden van Egypte begraven. Ook hier zijn veel graven, vaak al voor de begrafenis, geplunderd.
  • In een dorpje ernaast woonde kunstenaars en de arbeiders die de graven maakten. We weten veel over het dagelijks leven van de Egyptenaren.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions





Het graf van Toetanchamon
  • Ontdekt door archeoloog Howard Carter. 
  • Graf was gevonden in 1922.
  • Geen belangrijke farao.
  • Stierf op 18 jaar. 
  • Graf was niet geplunderd.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De laatste farao....
  • Tussen 3.000 v.Chr. tot 1000 v.Chr. : perioden van rust en welvaart werden afgewisseld door periode van onrust en opstanden. 
  • Vanaf 1000 v.Chr. had de farao niet veel macht meer: hij verloor de steun van de bevolking. 
  • Priesters trokken veel macht naar zich toe en regeerden alsof zij de farao waren. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De laatste farao....
  • In 332 v.Chr werd Egypte veroverd door Alexander de Grote.
  • Zijn opvolgers regeerden als farao's van Egypte.
  • Romeinen kregen steeds meer macht in Egypte. 
  • Cleopatra was de laatste farao. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten maken
Werkboek vanaf blz. 35 opdrachten 3, 4, 6, 8 en 10
Max. 15 minuten, daarna bespreken
Klaar? Beantwoord de leerdoelen en leer de begrippen uit je hoofd. (blz. 41)
timer
15:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen beantwoorden
2. Welke rol speelde het geloof in het oude Egypte?
3. Waardoor nam de macht van de farao’s af?
4. Hoe en wanneer kwam er een einde aan het faraonische Egypte?
timer
3:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions