past simple 2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Unit 2

At the end of this lesson you can make questions and negative in the past simple correctly!

The Past Simple

Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww

altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 

weet dat iets in het verleden gebeurd is

en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Een vraag in de past simple

Als je een vraag wilt maken in de past simple, dan zijn er een aantal regels:

Regel 1

 was/were en hulpwerkwoorden zoals could, would, must staan aan het begin van de vraag.

Examples

Was I late for school?
Could he help me with my homework?

Een vraag in de past simple

Regel 2
Bij alle andere werkwoorden begin je de vraag met Did gevolgd door het onderwerp en het hele werkwoord.

Toelichting regel 2

He worked at the supermarket yesterday. 
Did he work at the supermarket yesterday?
worked verander je terug naar het hele werkwoord (-ed).

We went to the swimming pool last week.
Did we go to the swimming pool last week?
went verander je terug naar het hele werkwoord go.

Hele werkwoord na did.

Als je na 'Did' het werkwoord moet terug veranderen naar het hele werkwoord, kun je dit op twee manieren doen:
- regelmatig werkwoord > -ed van het ww af. 
stopped > stop
- onregelmatig werkwoord > 2e vorm terug naar de 1e vorm.
went > go

Choose the correct Past Simple form:
........ for his test?

1. Did he studyed?
2. Did he studied?
3. Studied he?
4. Did he study?

Choose the correct Past Simple form:
...... see that movie last night?

1. Did you see?
2. Did you seed?
3. Did you saw?
4. Did you seeing?

Vorm een vraag van deze zin:
You were happy to go back home.

Vorm een vraag:
She built this entire house.

Vorm een vraag:
I took my books.

Een ontkenning maken in de past simple.

Een ontkenning in de past simple

Regel 1
Bij was/were en een hulpwerkwoord voeg je not toe aan het werkwoord.
Je voegt het werkwoord + not samen  door > n't 
wasn't / weren't / couldn't

Een ontkenning in de past simple

Het werkwoord + not samenvoegen kun je het makkelijkst onthouden door dit trucje:

not  wordt n't. 
Je zet een apostrof op de plaats van de letter 'o'.
couldn't / weren't / wasn't 

Examples

it wasn't sunny yesterday.

My parents weren't at home this morning.
I couldn't see the Mona Lisa in Paris.

Een ontkenning in de past simple

Regel 2
Bij alle andere werkwoorden gebruik je didn't.
Begin met het onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin.

Let op! Het werkwoord verander je weer terug naar het hele werkwoord, net als bij een vraag!

Toelichting regel 2

He sent me a book. 
He didn't send me a book.

Opbouw ontkenning: 
onderwerp - didn't - hele werkwoord - rest van de zin.
Let op! sent (2e vorm) verandert naar send (1e vorm).

More examples

You cut too many onions. 
You didn't cut too many onions.

I studied two hours last week.
I didn't study two hours last week.

Choose the correct Past Simple form:
Ajax .......... Liverpool last week. They lost the match.

1. didn't beated
2. didn't beaten
3. didn't beat
4. beated not

Choose the correct Past Simple form:
We ..... home together.

1. didn't went
2. not went
3. didn't go
4. doesn't go

Vorm een ontkenning:
He would help me an hour ago.

Vorm een ontkenning:
She heard a weird sound.

Vorm een ontkenning:
You learnt three words.

Exit ticket > Vorm een vraag:
I finished my book today.

Exit ticket > vorm een ontkenning:
We were late for school.

Leerdoel bereikt?
Ik kan een ontkenning vormen en vragen maken in de past simple.

1. Yes
2. Almost, I need more practice.
3. No, I need more explanation.

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de