ondersteunen bij urineren (en defeceren)

• AFP
• MBO
• Studiejaar 2

ondersteunen bij urineren
 (en defeceren) 

doel

Je kunt de volgende basis en verpleegtechnische handelingen uitvoeren welke horen bij het urinestelsel

-Vochtbalans aanmaken, bijhouden en uitleggen

-Po/ urinaal/ condoomkatheter aanleggen

-Ondersteunen bij de toiletgang

-Urinelozing en urine observeren

Wat weten jullie nog van vorige week?? 

1 spinner met namen, 1 spinner met begrippen 

mictie of feces patroon kan veranderen door ...

- schaamte

-spanning
-omgevingsfactoren
-aandoeningen 

-medicijngebruik 

welke hygiene maatregelen neem jij in acht bij zorg rondom mictie/defecatie?

Taken van de verpleegkundige

Hoe kun je privacy bieden
rondom mictie/defecatie

Zet het aanwezigheidssein aan in de kamer van de instelling.

Sluit de gordijnen en de deuren.

Geef de zorgvrager het alarmsignaal of spreek in de thuissituatie af hoe hij je waarschuwt als hij klaar is.

Blijf in de buurt van de kamer of blijf bij de zorgvrager als de situatie onveilig is.

Laat de zorgvrager niet wachten als hij belt of roept.

Stel je geduldig en vriendelijk op, ook al is de geur onaangenaam.

Bestrijd geurtjes door de kamer of het toilet te luchten, een lucifer aan te steken en/of een geurspray te gebruiken.

stress
incontinentie 

urge 
incontinentie 

overloop 
incontinentie 

reflex

incontinentie 

functionele 

incontinentie 

meest voorkomende vorm van incontinentie 

overactieve blaas, hevige aandrang tot plassen,
blaas trekt al vroeg samen 

druppelincontinentie, komt voor bij oa MS, CVA 

Geen controle over de mictie. Het samenspel met de hersenen is verstoord 

verlies van grote hoeveelheden urine een aantal keren per dag, geen gevoel van aandrang 

behandeling bij urine incontinentie 

afhankelijk van de oorzaak en de vorm van incontinentie 
- operatie

- fysio

- bekkenbodem spieroefeningen 

-blaastraining 

noem oorzaken van
incontinentie van feces

Incontinentie kan optreden als gevolg van diarree. Bij diarree is de aandrang zo heftig dat het niet mogelijk is de ontlasting op te houden. Bereik je niet op tijd het toilet of de postoel, dan verlies je de ontlasting.

De zorgvrager kan een aandoening van de darmen hebben waardoor diarree ontstaat, bijvoorbeeld chronische darmontsteking bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa.

De zorgvrager kan een darmoperatie hebben ondergaan waardoor de ontlasting onvoldoende kan indikken en hij altijd dunne ontlasting heeft.

Er kan sprake zijn van een cognitieve stoornis, bijvoorbeeld dementie, waardoor het besef er niet meer is om de ontlasting op te houden.

Er kan sprake zijn van neurologische stoornissen waardoor de kringspier van de anus niet meer werkt, zoals bij een dwarslaesie, een CVA en multipele sclerose.

Er kan sprake zijn van een beschadiging van de kringspier van de anus door letsel, bijvoorbeeld een ruptuur als gevolg van een bevalling.

klachten bij diarree kunnen zijn..

frequente aandrang

krampen, winderigheid

dunne, waterige ontlasting, soms met vaste bestanddelen

een onaangename geur

een afwijkende kleur, afhankelijk van de oorzaak

soms ook bloed en slijm, bijvoorbeeld bij darmontsteking

Bij diarree kan de zorgvrager zich slap, verzwakt en dorstig voelen. Hij verliest immers veel vocht en elektrolyten en krijgt geen voedingsstoffen binnen, doordat de voeding zijn darmen zo snel passeert.

mictie is een ander woord voor ontlasting produceren

1. juist
2. onjuist

Hiv wordt niet via de toiletbril of het toilet overgedragen

1. juist
2. onjuist

Hiv wordt vooral overgedragen door onbeschermde seks. Het risico is hoger bij anale dan bij vaginale seks. Het virus zit in sperma, vaginale afscheiding, bloed en moedermelk. Het virus kan je lichaam binnendringen via de slijmvliezen van je vagina, penis, anus of mond of via een wondje op je huid

volwassenen urineren gemiddeld
5 keer of meer per dag

1. juist
2. onjuist

Bij anurie is de urineproductie minder dan 50 ml per 24 uur

1. juist
2. onjuist

Bij overloopdiarree heeft een zorgvrager diarree, terwijl er eigenlijk sprake is van een verstopping

1. juist
2. onjuist

Hebben jullie het lesdoel behaald?

-1100

voor volgende week... 

urineweginfecties &

blaaskatheters 

Lees het t

Lees het thuis nog even een keer rustig door.... 

Integratieve opdracht 

Hoe ver zijn jullie hiermee?