Examenquiz

De aardrijkskunde quiz!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

De aardrijkskunde quiz!

Slide 1 - Slide

Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 2 - Quiz

Door culturele diffusie wordt de wereld in centrumlanden
A
Homogener
B
Diverser
C
Regionaler
D
Heterogener

Slide 3 - Quiz

Relatieve afstanden in Zuidoost -Azië zijn vaak groot. Dit komt vooral door:
A
gebergten en zeeën
B
grote culturele diversiteit
C
de koloniale mogendheden
D
de onafhankelijkheidsstrijd

Slide 4 - Quiz

Is land B Centrum, Periferie of Semiperiferie?
A
Centrum
B
Periferie
C
Semi-periferie

Slide 5 - Quiz

Welk cirkeldiagram past bij de verdeling van de beroepsbevolking van Duitsland?
A
Diagram A
B
Diagram B
C
Diagram C

Slide 6 - Quiz

Wat vind je niet bij subductie?
A
trog
B
metamorf gesteente
C
slenk
D
stratovulkaan

Slide 7 - Quiz

In natte gebieden komt bodemerosie door water voor. Welke factoren bepalen de mate waarin er sprake is van bodemerosie
A
de hellingshoek, de neerslagintensiteit en de hoeveelheid vegetatie
B
de breedteligging en de stand van de zon
C
de bevolkingsdichtheid en het geboortecijfer
D
de stroomsnelheid van wind, water en ijs

Slide 8 - Quiz

De ITCZ is een... Bij de ITCZ... de lucht
A
Lagedrukgebied... daalt
B
Hogedrukgebied.. daalt
C
Lagedrukgebied.. stijgt
D
Hogedrukgebied.. stijgt

Slide 9 - Quiz

Welke vorm van verwering?
A
Vorstverwering
B
Biologische verwering
C
Verwering door temperatuurverschil

Slide 10 - Quiz

Welke twee landschapszones kennen C-klimaten?
A
subtropische en gematigde zone
B
tropische en aride zone
C
boreale en polaire zone
D
subtropische en boreale zone

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köppen?
(Dikson is een havenplaats
in het noorden van Rusland)
A
Ds, landklimaat droge winter
B
Dw, landklimaat, droge zomer
C
ET, toendraklimaat
D
EF, vorstklimaat

Slide 12 - Quiz

Welke classificatie van Köppen hoort bij deze grafiek?

(jaarlijkse neerslag 364 mm)
A
BW
B
Aw
C
BS
D
Bs

Slide 13 - Quiz

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat

Slide 14 - Drag question

Wat is het verschil tussen een landschapszone en een klimaat?
A
een landschapszone is een gebied met geofactoren, klimaat gaat over de atmosfeer
B
een landschapszone is een soort klimaat
C
een landschapszone is aaneengesloten, een klimaat niet
D
een landschapszone heeft een bepaalde temperatuur en neerslag

Slide 15 - Quiz

Lucht stroomt van:
A
Lagedruk naar hogedruk
B
Hogedruk naar lagedruk

Slide 16 - Quiz

Op het noordelijk halfrond hebben luchtstromen een afwijking naar:
A
Links
B
Rechts
C
Noord
D
Zuid

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de verschillende vormen van landdegradatie die je op de foto's ziet? 
Ontbossing
Overbeweiding
Bodemuitputting
Bodemerosie
Verwoestijning
Verzilting

Slide 18 - Drag question

Van welk proces is sprake op de foto?
A
verzilting
B
bodemerosie
C
verwering
D
verwoestijning

Slide 19 - Quiz

Wat wil men bereiken door de eis dat nieuwe wijken uit een mix van huur- en koopwoningen bestaan.
A
Tegengaan ruimtelijke segregatie
B
Meer sociale cohesie
C
Meer objectieve veiligheid
D
Tegengaan duale arbeidsmarkt

Slide 20 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze foto?
A
duurzame stad
B
smart city
C
sustainable city
D
creatieve stad

Slide 21 - Quiz

Twee stellingen:
1. In wijken met veel sociale huurwoningen komen meestal alleen maar laagwaardige voorzieningen voor.
2. Na herstructurering verandert meestal de samenstelling van de bevolking in een wijk
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 juist

Slide 22 - Quiz

De meeste maatregelen uit Ruimte voor de rivier hebben als effect dat het:
A
regiem van de rivier kleiner wordt
B
debiet van de rivier kleiner wordt
C
regiem van de rivier regelmatiger wordt
D
regiem van de rivier onregelmatiger wordt

Slide 23 - Quiz

Welke uitspraak over het peil van het IJsselmeer is juist?
A
Het peil is het hele jaar even hoog
B
In de zomer wordt het waterpeil verlaagd, in de winter verhoogd
C
In de zomer wordt het waterpeil verhoogd, in de winter verlaagd
D
Het waterpeil wordt het hele jaar door verlaagd

Slide 24 - Quiz

Welk klimaat is er in een cerrado?
A
Af
B
Aw
C
Cf
D
BS

Slide 25 - Quiz

Door het grootgrondbezit heeft Brazilie
A
een hoge urbanisatiegraad
B
een lage urbanisatiegraad

Slide 26 - Quiz

Brazilië beschikt over
A
een dalende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen
B
een vergrijsde bevolking, een stijgend geboortecijfer en een stijgende welvaart
C
een stijgende welvaart, een lage urbanisatiegraad en een laag geboortecijfer
D
een stijgende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen

Slide 27 - Quiz

Wat is GEEN nadeel van de aanleg van nieuwe infrastructuur?
A
gebieden worden ontsloten
B
gaat gepaard met ontbossing
C
inheemse stammen moeten verhuizen
D
het leidt vaak tot landgrabbing

Slide 28 - Quiz

De sociale polarisatie neemt in Zuid-Amerika eindelijk af. Welke politieke ontwikkeling draagt daaraan bij?
A
Neoliberalisme
B
Bottom-up democratisering
C
Oligarchische regimes
D
Clientelisme

Slide 29 - Quiz

Dit ging...
Slecht! ik heb nog wel een paar vragen
Matig, ik moet nog meer oefenen
Redelijk, maar er is nog werk aan de winkel
Goed, ik begrijp het!

Slide 30 - Poll


H7'Naar het examen' opdracht 1 + 2
Extra uitleg over iets anders

Slide 31 - Poll