This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
B4 Warmteproductie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Stiltewerk
Na deze dia gaan we 10 minuten in stilte werken.
Dit betekent:
Niet overleggen met elkaar
Géén vragen stellen
...STILTE...
Slide 3 - Slide
10 minuten Stiltewerk
Lezen: B4 Warmteproductie
MakenOpdracht: 48, 49, 52, 53 en 56
Slide 4 - Slide
Thermometers
Stijgbuis
1
Reservoir
2
Schaalverdeling
3
Hoe is de schaalverdeling gemaakt?
Slide 5 - Slide
Brandstoffen en verbranding
Reactieschema
Onvolledige verbranding
Molecuulformules
Slide 6 - Slide
Zelf doornemen
Digitale thermometers
Centrale verwarming
Slide 7 - Slide
Huiswerk
Leren: B4 Warmteproductie
MakenOpdracht: 48, 49, 52, 53 en 56
Slide 8 - Slide
Welk onderdeel zit NIET in een thermometer?
A
reservoir
B
stijgbuis
C
schaalverdeling
D
ijkpunt
Slide 9 - Quiz
In welk onderdeel van de Thermometer zit de vloeistof?
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Display
D
Stijgbuis
Slide 10 - Quiz
Wie heeft de schaalverdeling van onze thermometer bedacht?
A
Newton
B
Einstein
C
Celcius
D
Frankenstein
Slide 11 - Quiz
De plek waarin de vloeistof stijgt in een vloeistof- thermometer heet de..
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Stijgbuis
D
Rode vloeistof
Slide 12 - Quiz
Hoe noem je de 'streepjes' en getallen op een thermometer ?
A
de meetwaardes
B
de temperatuur in graden Celsius
C
ijkwaarden
D
schaalverdeling
Slide 13 - Quiz
Koolstofdioxide --> koolstofmono-oxide + zuurstof
Deze reactie is een:
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding
C
Geen verbranding
Slide 14 - Quiz
Hoe noem je een verbranding waarbij te weinig zuurstof aanwezig is?
A
Zuurstofloze verbranding
B
Volledige verbranding
C
Onvolledige verbranding
D
Restverbranding
Slide 15 - Quiz
Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Temperatuur
C
Zuurstof
Slide 16 - Quiz
Waarom heb je ontbrandingstemperatuur nodig voor verbranding?
A
Om een bepaalde stof te laten ontbranden.
B
Zodat de brand niet oververhit raakt.
C
Om de temperatuur op peil te houden.
D
Als toevoer van de zuurstof.
Slide 17 - Quiz
wat is het reactieschema van verbranding?
A
brandstof + stikstof --> verbrandingsproduct(en)
B
brandstof --> zuurstof + verbrandingsproduct(en)
C
stikstof + zuurstof --> verbrandingsproduct(en)
D
brandstof + zuurstof --> verbrandingsproduct(en)
Slide 18 - Quiz
Waardoor ontstaat de warmte in de verwarmingsketel van een centrale verwarming?