3.4 De crisistijd en de opkomst van Hitler


Beurskrach
'Black tuesday' 1929
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Beurskrach
'Black tuesday' 1929

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Alles ging goed tot 1929...

Problemen in de Amerikaanse economie
  • Veel schulden door lenen
  • Banken geen regels, lenen was makkelijk
  • koersstijging niet gelijk aan economische productie 
Gevolg Beurskrach: 24 oktober (zwarte donderdag) aandelen massaal verkopen -> koers ging dalen. 

Slide 3 - Slide


Beurskrach en crisis


  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach
  • 'Miljoenen aandelen zijn in één klap niets meer waard
  • Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis

Slide 4 - Slide

In 1929 ...
A
Viel de beurs op Wallstreet
B
Nam Lenin de macht van de Tsaar over
C
Kwam Stalin aan de macht
D
Werd verdrag van Versailles ondertekent

Slide 5 - Quiz

Wat is een economische crisis?
A
een tijd waarin het goed gaat met de economie
B
de uitvinding van de economie
C
een tijd waarin er veel geld wordt uitgegeven
D
een tijd waarin het slecht gaat met de economie

Slide 6 - Quiz

Wat was het begin van de economische crisis in Amerika?
A
Iedereen spaarde te veel en gaf geen geld uit
B
Spullen werden te vaak gekocht met leningen.
C
Er werd te veel geld gedrukt
D
Door oorlog waren er te weinig werknemers

Slide 7 - Quiz

Een gevolg van de economische crisis was...
A
Wereldwijde werkeloosheid
B
Duitsland hoefde geen schuld meer te betalen
C
Verdrag van Versailles werd ondertekent
D
WO1 begon

Slide 8 - Quiz

Sleep naar het juiste plaatje
Eerste Wereldoorlog 1914-1918
Economische crisis 1929
Jaren 20
Vrede van Versailles 1919

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Video

Beurskrach & Crisis
Oorzaken
Gevolgen
Live now, pay later: lenen
Consumptie-
maatschappij
Dalende aandelenkoersen
Stijgende productie en stijgende lonen
Dalende productie en dalende lonen
Massa-ontslagen en massa werkloosheid
Opkomst van dictators als Mussolini en Hitler

Slide 11 - Drag question

Opkomst Hitler

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat beloofde Hitler niet?
A
Oplossen werkloosheid
B
Herstelbetalingen stopzetten
C
Leger verkleinen
D
Leger vergroten

Slide 14 - Quiz

Wat wilde Hitler worden toen hij nog jong was?
A
Dictator
B
Leraar
C
Schilder
D
Soldaat

Slide 15 - Quiz

Adolf Hitler was een?
A
Nederlander
B
Duitser
C
Oostenrijker

Slide 16 - Quiz

NSDAP 
  • Anti-democratisch
  • Totalitair
  • Gewelddadig
  • Nationalistisch
  • Racistisch 

Hitler zorgt voor een grote aanhang door middel van propaganda.

Slide 17 - Slide

Macht
  • Na beurskrach groeit populariteit extreme partijen: NSDAP en communisme
  • Iedere verkiezing levert de NSDAP meer zetels op
  • President Hindenburg weigert Hitler Rijkskanselier te maken tot hij niet anders kan.

Slide 18 - Slide

Hitler Kanselier van Duitsland, jan. 1933

Rijkspresident Von Hindenburg benoemt Hitler tot rijkskanselier

  • Rijkspresident = gekozen staatshoofd
  • Rijkskanselier = regeringsleider
Conservatieven hoopten te kunnen profiteren van een coalitie met de NSDAP.
‘Wij hebben Hitler in dienst genomen, in twee maanden hebben we hem zo in de hoek gedrukt dat hij piept.’



Slide 19 - Slide

Hitler moet naar de gevangenis.
Hitler schrijft een boek
Hitler probeert aan de macht te komen in Duitsland.
De NSDAP wordt de grootste partij en Hitler wordt leider van Duitsland.
Hitler word lid van de NSDAP
Adolf Hitler doet mee aan WO1 als soldaat van Duitsland
Adolf Hitler wil kunstenaar worden. Dat mislukt.

Slide 20 - Drag question

Oorzaken opkomst Hitler
  • Duitsland leed onder het verdrag van Versailles
  • Grote economische crisis
  • Bevolking had behoefte aan een sterke leider.
  • Onderschat door de president en de andere partijen

Slide 21 - Slide

Gevolgen voor Duitsland
Totalitaire dictatuur:
  • Tegenstanders worden gevangengenomen 
  • SS (leger van de partij) maakt mensen bang
  • Indoctrinatie (Hersenspoelen)
  • Propaganda
  • Oorlogsindustrie

Slide 22 - Slide

Duitsland werd na 1933 al snel een dictatuur. Wat is een dictatuur?
A
een leider is de absolute baas van het land
B
meerdere partijen zijn de baas van het land
C
100 leiders zijn de baas van het land

Slide 23 - Quiz

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking is met andere partijen.
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is.
D
...die voor vrije verkiezingen is.

Slide 24 - Quiz

Wat is een nazi?
A
Een overtuiging van Hitler
B
Een minderwaardig mens, volgens Hitler
C
Een lid van de politieke partij van Hitler
D
Een politieke tegenstander van Hitler

Slide 25 - Quiz

PROPAGANDA
Rassenwetten...
Lebensraum...

PROPAGANDA
Jeugd overtuigen

Slide 26 - Slide

de Ariër (propaganda)
de Jood (propaganda)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Wat is propaganda?
A
Politieke reclame
B
Politieke steun
C
Politieke tegenstand
D
Politieke opstand

Slide 29 - Quiz

Is dit propaganda?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Propaganda of reclame?
A
Propaganda
B
Reclame

Slide 31 - Quiz

Einde van deze les
  •  Je kan nu uitleggen hoe de economie veranderde in de jaren 30
  • Je kan uitleggen hoe Hitler aan de macht kwam

  • Maak nu paragraaf 3.4 in je online werkboek

Slide 32 - Slide