This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhaling H2 bevolking en ruimte
Slide 1 - Slide
Op welke twee manieren kan een bevolking groeien?
Slide 2 - Open question
Groei bevolking van een land
- natuurlijke bevolkingsgroei
- sociale bevolkingsgroei
Slide 3 - Slide
Wat laat een bevolkingsdiagram zien?
Slide 4 - Open question
Bevolkingsdiagram
leeftijdsopbouw van een bevolking
verdeling man en vrouw
= demografie
Slide 5 - Slide
Noem twee positieve verhuismotieven. (pull- of aantrekkingsfactoren)
Slide 6 - Open question
Pull (aantrekkingsfactoren)
- werk
- school
- liefde
- vrede + vrijheid
Slide 7 - Slide
Wat is ontgroening?
A
Afname van het aantal oude mensen
B
Struikgewas snoeien
C
Afname van het aantal jonge mensen
D
Toename van het aantal jonge mensen
Slide 8 - Quiz
Vergrijzing is....
A
toename van het aantal jongeren
B
afname van het aantal jongeren
C
toename van het aantal ouderen
D
afname van het aantal jongeren
Slide 9 - Quiz
Urbanisatie is .....
A
Stad met veel internationale bedrijven.
B
Diensten waar mensen gebruik van maken.
C
De buitenwijken van de stad.
D
Steeds meer mensen gaan in de stad wonen.
Slide 10 - Quiz
Wat is sociale cohesie?
A
Verbondenheid tussen mensen in een buurt
B
Het gevoel van veiligheid in een buurt
C
Minimaal contact tussen buurtgenoten
D
Het gebrek aan vertrouwen in mensen in de buurt
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we dit model?
A
Bevolkingsgroei model
B
Demografisch transitie model
C
Migratiemodel
D
Demografische groei model
Slide 12 - Quiz
Hiernaast zie je het demografisch transitie model. Wat laat dit model zien?
A
De verandering in bevolkingssamenstelling als de mensen in een land ouder worden
B
De verandering in bevolkingssamenstelling als de welvaart in een land stijgt
C
De verandering in bevolkingssamenstelling als een land communistisch wordt
D
De verandering in bevolkingssamenstelling als het geboortecijfer stijgt
Slide 13 - Quiz
Noem twee landen waarvandaan de meeste migranten kwamen naar Nederland?
Slide 14 - Open question
Wat was de reden dat er rond 1960 veel migratie naar Nederland kwamen?
A
Gastarbeiders
B
Onafhankelijkheid koloniën
C
oorlog
D
Klimaatverandering
Slide 15 - Quiz
Veel jongeren trekken weg uit het oosten van Duitsland. Dit heeft geleid tot een braindrain. Geef de oorzaak waardoor het wegtrekken van jongeren uit het oosten van Duitsland heeft geleid tot een braindrain.
A
Het oosten van Duitsland is kansrijk voor veel jongeren
B
Hoog opgeleide jongeren trokken als 1e weg
C
Er is veel moderne landbouw in het Oosten van Duitsland
D
Het Ruhrgebied (vlak over de grens) is een trekpleister.
Slide 16 - Quiz
Noem twee voorbeelden van een groeimodel van een stad
Slide 17 - Open question
Groeimodel steden
- concentrisch model
- meerkernen groeimodel
- sector groeimodel
Slide 18 - Slide
Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking
Slide 19 - Quiz
Wat is 'reikwijdte'?
A
De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst.
B
De afstand die een dienst wilt afleggen om zichzelf aan te kunnen bieden.
C
Het verzorgingsgebied van een dienst.
Slide 20 - Quiz
Wat is een verzorgingsgebied?
A
Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten
B
Gebied waar verzorgingshuizen staan
C
Een winkelcentrum
D
Een woonwijk met veel oude mensen
Slide 21 - Quiz
Wat was de belangrijkste reden om de eenkindpolitiek in te voeren?
Slide 22 - Open question
Wat was een nadelig gevolg van de eenkindpolitiek?