Maak opdracht 61 op blz. 93 OF opdracht 62 op blz. 931. Lees de opdracht goed door.
2. Maak de opdracht eerst in het klad.
3. Lees je werk goed na en kijk naar:
- hoofdletters en leestekens
- werkwoordspelling
- juist gebruik present simple & present continuous
- spelling
4. Schrijf het daarna netjes in je schrift.
Let op: denk aan de aanhef, inhoud, afsluiting en ondertekening!