3.3 Lezen - les 3

Welkom!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
-Dagopening
-Stillezen (tot 8:55)
-Poëzie

Slide 2 - Slide

Stillezen

25 minuten

Tip:
Maak aantekeningen 
(personages, tijd, plaats, ...)

Slide 3 - Slide

Poëzieweek


25 januari t/m 1 februari

Slide 4 - Slide

Poëzie

Slide 5 - Slide

Vrijheid

Wat is vrijheid voor jou?

Is het iets waar je recht op hebt of iets wat je nodig hebt?

Slide 6 - Slide

Zoek op internet naar verschillende definities van 'vrijheid'. Noteer de omschrijving die jou het meest aanspreekt.

Slide 7 - Open question

Gebruik je zintuigen
Je kunt dingen of ervaringen in een gedicht goed omschrijven aan de hand van zintuiglijke ervaringen: hoe voelt, ziet of ruikt iets?

In het gedicht op de volgende dia zie je hoe de dichter de woestijn omschrijft op basis van zintuiglijke ervaringen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vrijheid
  • Hoe ziet vrijheid eruit?
  • Hoe voelt vrijheid?
  • Hoe klinkt vrijheid?
  • Hoe proeft vrijheid?

Vul het werkblad in.

Slide 10 - Slide

Vrijheid
De zintuiglijke associaties bij vrijheid ga je gebruiken om een gedicht te schrijven over vrijheid.


Stap 1:
Kijk naar je werkblad. Kies één zintuig dat eruit springt of maak een combinatie van zintuigen die elkaar goed aanvullen.

Slide 11 - Slide

Vrijheid
De zintuiglijke associaties bij vrijheid ga je gebruiken om een gedicht te schrijven over vrijheid.

    Stap 2:
    In je gedicht omschrijf je wat vrijheid voor jou betekent aan de hand van de woorden die je hebt opgeschreven.

    Slide 12 - Slide

    Vrijheid
    Stap 3:
    Lees het gedicht van je buurman/-vrouw en geef elkaar één tip om het gedicht nóg beter te maken.

    Slide 13 - Slide

    Poëzieposter
    - Schrijf je gedicht over op een A4-papier of typ je gedicht in een Worddocument.
    -Kies een passend lettertype en lettergrootte en een mooie kleur.
    -Maak een tekening rondom, naast of achter het gedicht.
    -Lever je gedicht in bij je docent.

    Slide 14 - Slide

    Kritisch lezen
    Je kent al vier leesstrategieën. De vijfde leesstrategie die je in Talent leert is kritisch lezen

    Als je een tekst kritisch leest, stel je jezelf daarbij vragen als: is de schrijver deskundig? Hoe weet hij dat? Is die informatiebron betrouwbaar? Is de informatie waar? Zulke vragen noemen we: beoordelende vragen.

    Slide 15 - Slide

    Kritisch lezen
    In een betoog lees je kritisch de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen daarvan. Daarvoor kun je jezelf dan deze beoordelende vragen stellen:
    • Bij een feit als argument: is dit waar? Is het werkelijk zo gebeurd? Hoe komt de schrijver aan die informatie? Is dit onderzocht?
    • Bij een mening als argument: vind ik dit overtuigend? Klopt dit met wat ik zelf vind? Klopt dit met wat ik zelf heb ervaren? Hoe waarschijnlijk is dit?

    Slide 16 - Slide

    Tekstverband: oorzaak-gevolg
    Signaalwoorden geven een tekstverband aan: het verband tussen woorden, zinnen of alinea’s in een tekst. 

    De volgende signaalwoorden geven het verband aan tussen een oorzaak en gevolg: doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg.





    Slide 17 - Slide

    Tekstverband: oorzaak-gevolg
    De oorzaak is datgene waardoor iets anders gebeurt: daardoor komt het. 
    Het gevolg is de gebeurtenis die volgt op de oorzaak.

    Voorbeeld:
    Ik werd getackeld tijdens de wedstrijd en kreeg daardoor een dikke knie.
    Oorzaak: ik werd getackeld tijdens de wedstrijd.
    Gevolg: ik kreeg een dikke knie.



    Slide 18 - Slide

    Tekst 3
    'Als puber kun je de waarheid beter verzinnen'

    Slide 19 - Slide

    Slide 20 - Video

    Lezen: Tekst 3
    'Als puber kun je de waarheid beter verzinnen'
    (blz 181)

    Slide 21 - Slide

    Opdracht 15
    -Waaraan kun je zien dat er in tekst 3 iets wordt beoordeeld?
    -Hoe kun je aan de titel zien dat tekst 3 een betogende tekst is?
    -Stel jezelf de vragen die bij verkennend lezen horen.
    -Heb je het boek Bizar gelezen? Zo ja, wat vond je ervan?

    Slide 22 - Slide

    Nu
    Maken opdracht 16
    (+/-  7  minuten)

    Klaar? -> opdracht 17

    Slide 23 - Slide