Waar gaat de repetitie chapitre 2 over?

Bonjour h3b
Vandaag gaan we:

stand van zaken SpeakTeach + po
Repetitie (week 4) bespreken
Volgende week nog een les - workshop


1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour h3b
Vandaag gaan we:

stand van zaken SpeakTeach + po
Repetitie (week 4) bespreken
Volgende week nog een les - workshop


Slide 1 - Slide

Open: SpeakTeach + Studiewijzer op de PO

Slide 2 - Slide

Stand van zaken SpeakTeach en PO
Repetitie chapitre 2
Vocabulaire
A note la bonne réponse

voorbeelden:
Je réçois beaucoup d'argent de poche, je trouve cela agréable / durable.
Le lycéen a besoinprend la parole pour sa présentation.
Patrick a acheté / se débrouille ses chaussures en ligne.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld


Nous sommes partis en Grèce _______________. Cette année on reste ici.
J'ai acheté ______________ livre que toi.
Tu vas devoir _____________ à la leçon.
participer
le même
à mon avis
l'été dernier
Vocabulaire
B complète les phrases

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld

Luc a reçu (een fiets) _____________ électrique car il habite très loin.
Je n'ai plus d' (geld) ________________, j'ai tout (uitgeven) ____________, j'ai besoin d'un (bijbaantje) ___________________.
Vocabulaire
C Traduis les mots entre parenthèses en français

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld

Une fois par semaine, le dimanche, le supermarché est fermé.
Mon frère adore ce magazine, et moi aussi je le trouve superbe, il est en vente au magasin à côté de l'école.
Vocabulaire
D Traduis les mots en néerlandais

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld

l'habit / le monde / la robe
il y a un an / la chance / le lendemain
rond / carré / en bois
Vocabulaire
Cherche l'intrus (welk woord hoort er niet bij en leg uit waarom

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld

C'est l'anniversaire de ma mère, j'achète un cadeau (à ma mère).
Marc parle (à toi).
Le prof envoie un message (aux élèves).
Grammaire  | F Vervang door een persoonlijk voornwd
me, te, lui, nous, vous, leur

Slide 8 - Slide

Vervang in onderstaande zinnen het onderstreepte zinsdeel (meewerkend voorwerp) door een persoonlijk voornaamwoord (me, te lui, nous, vous, leur). Schrijf de hele zin opnieuw op en zet het persoonlijk vnw op de juiste plek in de zin.
Hier moet je een tekst kunnen schrijven over zakgeld, hoeveel je krijgt, wat je ermee doet, of je spaart, wat je onlangs hebt gekocht, of je een bijbaantje hebt.

TIP: phrases-clé leren
G Écrire
Répondez aux questions dans le forum, 40 mots 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

alle vocabulaire die met zakgeld te maken heeft staan in de teksten.

TIP wat voor woorden zijn dat? kijk in jouw tekstboek op blz 23. Welke woorden zie je in de tekst die wellicht in de repetitie terugkomen?
G Lire
3 teksten over 'argent de poche' 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

welke onderwerpen uit chapitre 2 vind je lastig? Waarover wil je extra oefeningen of uitleg?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions