Verhaalbegin:
- ab ovo
Je verhaal begint bij het begin. De lezer leert zo de belangrijkste personages en hun omstandigheden kennen.
- in medias res
Je verhaal begint midden in de actie. Je maakt gaandeweg duidelijk wat er voordien gebeurde.
- post rem
Je verhaal start aan het chronologische einde, de ontknoping. Vervolgens ga je terug in de tijd om te vertellen hoe deze situatie is ontstaan.
Verhaaleinde:
- open einde
De lezer blijft met vragen achter die niet beantwoord worden.
- gesloten einde
Het verhaal is duidelijk afgesloten. Je weet hoe de belangrijkste zaken aflopen.
- cliffhanger
Het verhaal stopt op een spannend moment.