Vrijheid van meningsuiting extra les

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

DOEL VAN DE LES

• Aan het einde van de opdracht het je een informatieve film gezien over de vrijheid van meningsuiting.
• Je hebt geleerd wat vrijheid van meningsuiting betekent en hoe belangrijk deze is.
• Je weet ook dat “vrijheid van meningsuiting” niet betekent dat je zomaar alles kunt zeggen.

lees de tekst 

MOEILIJKE WOORDEN

Je hebt de tekst gelezen op de vorige dia.

Zoek nu de onderstaande woorden op in een online woordenboek: 

In de volgende dia's schrijf je de betekenis op van alle woorden.

1. burgers
2. smaad 
3. laster
4. democratie
5. mening

Wat betekent burgers?

Wat betekent smaad?

Wat betekent laster?

Wat betekent democratie?

Wat betekent mening?

Nu weet je, als het goed is, wat de tekst die je hiervoor hebt gelezen betekent en heb je extra informatie gehad over de vrijheid van meningsuiting. 

Kun je in je eigen woorden schrijven wat vrijheid van meningsuiting betekent? 

Doe het zo kort en krachtig mogelijk. Begin het stuk met:

“Vrijheid van meningsuiting betekent dat ik…………………………………

Deel de opdracht 

Meningen en kwetsen uit.

Je kan de opdracht uitbreiden met de volgende vragen:

Wat zeg je als iemand jou met zijn mening kwetst?

Wat doe je als iemand jou met zijn mening kwetst?

‘Hoe ver kan en mag je gaan met het uiten van je mening?’

De vraag die in het filmpje centraal staat is: ‘Hoe ver kan en mag je gaan met het uiten van je mening?’

Stel deze vraag na het kijken van het filmpje.

Andere vragen die je kunt stellen:

Een jongen in het filmpje zegt: ‘Als je het grappig bedoeld, is het wel oké.’ Zijn jullie het hiermee eens? Mag je iemand beledigen als je het als grapje bedoeld?

In het filmpje zegt een man: ‘Bewust kwetsen gaat te ver.’ Wat bedoelt hij hiermee?

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een man zegt op een feestje:
‘Buitenlanders zijn niet te vertrouwen.’

WEL KWETSEND

NIET KWETSEND

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een presentator zegt op tv:
‘Vrouwen kunnen niet autorijden.’

WEL KWETSEND

NIET KWETSEND

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een meisje zegt tegen een klasgenoot:
Je schoenen zijn echt lelijk.’

WEL KWETSEND

NIET KWETSEND

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een man zegt op straat tegen zijn vrouw:
‘Houd je bek!’

WEL KWETSEND

NIET KWETSEND

Is de volgende uitspraak kwetsend?
Een leerling zet op Facebook:
‘Mijn docent is echt een sukkel.’

WEL KWETSEND

NIET KWETSEND