Onderzoek doen (practicum)
Handelingen: Bij experimenten moet je veel dingen doen (=handelingen)
- afwegen, stoffen mengen, verwarmen, overgieten, etc
Waarnemingen: Tijdens experimenten moet je altijd opletten wat er precies gebeurt (=waarnemingen). Dit doe je met je zintuigen:
- goed kijken, voorzichtig ruiken, voelen, horen
Conclusies: Als je alle waarnemingen hebt gedaan kan je een conclusie trekken waarom dit allemaal is gebeurd.