In de 14e eeuw was de kerk de grootste opdrachtgever voor de kunst (veel kunst werd gemaakt voor de kerk)
In de 15e eeuw gingen een paar kunstenaars kunst maken zonder opdracht van de kerk, waaronder de beeldhouwer Anton Pilgram.
Anton Pilgram maakte vooral kunst voor de kerk, hij heeft bijvoorbeeld een kansel gemaakt waarop hij vier kerkvaders uitgebeeld. Maar onder datzelfde kansel heeft hij ook zichzelf uitgebeeld als Fenstergucker. Anton Pilgram heeft ook een orgelvoetstuk gemaakt waarbij hij ook een zelfportret heeft toegevoegd. Hij was een van de eerste kunstenaars die zichzelf (de kunstenaar) uitbeeldde op zijn kunstwerk.
De 17e en 18e eeuw was de tijd van de barok (kunststijl) en deze periode was een hoogtepunt voor de kunst in Oostenrijk. In deze periode werden er vooral veel wand en plafondschilderingen en beeldhouwwerken. Er zijn veel verschillende barokkunstenaars, de belangrijkste en beroemdste onder hen zijn: Daniel Gran, Franz Maulbertsch, Johann Michael Rottmayr, Martin Johann Schmidt, Paul Trager, Georg Raphael Donner, Martino Altomonte en de gebroeders Bartolomeo.
In de 19e eeuw was veel kunst gericht op de natuur en de verheerlijking