3. Nederlandse stadswijken

Nederlandse stadswijken
Nederlandse stadswijken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlandse stadswijken
Nederlandse stadswijken

Slide 1 - Slide

Stadsmodellen

Slide 2 - Slide

binnenstad
nieuwe woonwijken
oude woonwijken

Slide 3 - Drag question

oude woonwijken
park 
industrie
centrum
nieuwe woonwijken

Slide 4 - Drag question

Het stadscentrum
  • Het bruisende deel van de stad.
  • Vaak oudste deel van de stad. 
  • Kerk en markt 
  • middeleeuwen ontstaan (1000 na Chr)

Slide 5 - Slide

De arbeiderswijken 
  • om centrum heen
  • vroeger: huizen en fabrieken
  • nu alleen nog huizen
  • niet heel groot, wel dicht op elkaar
  • slechte kwaliteit 

Slide 6 - Slide

De vooroorlogse wijken
  • betere kwaliteit dan arbeiderswoningen 
  • eerste eensgezinswoningen
  • om arbeiderswoningen heen
  • meer groen 

Slide 7 - Slide

De naoorlogse wijken 
  • woningnood
  • 1950 - 1970
  • jonge gezinnen met kinderen
  • veel groen

Slide 8 - Slide

De jaren 70 wijken 
  • eensgezinswoningen 
  • 1970 - 1985
  • kronkelige straten, speels
  • ruim opgezet
  • verder bij het centrum vandaan 

Slide 9 - Slide

Nieuwbouwwijken
  • aan de rand van de stad
  • na 1985
  • ruim opgezet
  • veel groen
  • gezinnen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Van de stadsrand naar de binnenstad: 
af
toe
neemt de bebouwingsdichtheid....
neemt de ouderdom van de bebouwing....
neemt de hoeveelheid groen....
neemt het aantal winkels en voorzieingen......
neemt de verkeersdrukte....

Slide 12 - Drag question

Nederlandse steden hebben veel industrie vlakbij het centrum.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

In het centrum van een stad vind je vaak veel winkels.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Hoe word het centrum van een stad genoemd?
A
Oude woonwijken
B
Nieuwe city
C
City West
D
Historische binnenstad

Slide 15 - Quiz

Bekijk de bron.
In welk type woonwijk zal de leefbaarheid
over het algemeen het slechtst zijn?
A
Woonwijken 1870-1920
B
Woonwijk 1920-1940
C
Woonwijken 1950-1970
D
Woonwijken van na 1970

Slide 16 - Quiz

Woonwijken liggen in het stadscentrum.
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quiz

Grote meubelwinkels liggen vooral...
A
in de binnenstad
B
in het stadscentrum
C
in woonwijken
D
op bedrijventerreinen

Slide 18 - Quiz

Toeristen gaan het meest kijken...
A
in de binnenstad
B
in het stadscentrum
C
in woonwijken
D
op bedrijventerreinen

Slide 19 - Quiz

Oude woonwijken zijn:
A
Wijken rondom de binnenstad
B
Wijken buiten de ringweg
C
Wijken in de binnenstad
D
Wijken in dorpjes

Slide 20 - Quiz