This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
HA5 H2 Tolerantie
Slide 1 - Slide
1. Wat is een synoniem voor tolerantie?
A
Respect
B
gelijkwaardigheid
C
Onverschilligheid
D
verdraagzaamheid
Slide 2 - Quiz
2. Met welk begrip wordt tolerantie wel eens verward?
A
verschilligheid
B
verscheidenheid
C
onverschilligheid
D
onvermogen
Slide 3 - Quiz
3. Tolerantie gaat, in tegenstelling tot onverschilligheid, uit van een ....
A
actieve, denkende houding
B
passieve houding
C
-
D
-
Slide 4 - Quiz
4. In deze paragraaf gaat het over tolerantie tegenover ..... (twee antwoorden goed)
A
wie anders is
B
alle anderen
C
Marco
D
wie andere opvattingen heeft
Slide 5 - Quiz
5. Filosoof Karl Popper gaat ervan uit dat je zelf wel eens ongelijk kunt hebben. Dat is een reden waarom we tolerant moeten zijn.
A
waar
B
niet waar
C
-
D
-
Slide 6 - Quiz
6. Filosoof Karl Popper gaat ervan uit verdraagzaamheid uitlokt tot gesprek waardoor we dichter bij de waarheid komen. Dat is een reden waarom we tolerant moeten zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
7. We moeten tolerant zijn t.o.v. iedereen.
A
waar
B
niet waar
C
-
D
-
Slide 8 - Quiz
8. Wat is gedogen?
A
oogluikend toestaan
B
synoniem van gedogen
C
intolerantie
D
hond uitlaten
Slide 9 - Quiz
9. Wat is een nadeel van gedogen?
A
handelen in strijd met de wet
B
Er kunnen grote ongelukken plaatsvinden
C
Bepaalde ongewenste groepen kunnen grotere invloed krijgen