This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Huidadnexen
Slide 1 - Slide
Vandaag
Herhaling
Haren
Nagels
Talgklieren
Zweetklieren
Slide 2 - Slide
De huidcondities hangen af van.....
Slide 3 - Open question
Haren
Slide 4 - Slide
» Haartypen
Lanugohaar, bij embryo's en foetussen. Lang, dun en zijde-achtig. Enkele centimeters en geen pigment.
Vellushaar, kinderen (op het hele lichaam) en vrouwen (op het gezicht). Zacht, zelden langer dan een centimeter en vaak kleurloos.
Terminaal haar, bij alle leeftijden. Grof, verschillende lengtes en gepigmenteerd.
» Haargroeifasen
Anageen: groeifase, 2 tot 25 jaar. Door de constante aanmaak groeien de haren
Katageen: overgangsfase, enkele weken. De haar wordt kleurloos
Telogeen: rustfase, enkele maanden. Onder de oude haar vormt een nieuwe haar
Slide 5 - Slide
Nagels
Nagelplaat: zichtbare bovenkant
Halve maantje: begin nagelplaat
Nagelriem: verhoornde rand
Nagelwal/-plooi: zij- en achterkant
Nageluiteinde: buiten het nagelbed
Nagelbed: weefsel onder/ achter nagel
Nagelwortel: onder huid, basis
Nagelmatrix: hieruit ontstaat de nage met kerothohyaline korrels
Slide 6 - Slide
Talgklieren
Talg (sebum) is een samenstelling van lipiden (vetachtige stoffen) en hoorncellen
Functies van talg:
Houdt huid en haren vet en daardoor soepel
Beschermen tegen uitdroging en vochtverlies
Bestandsdeel van zuurmantel, draagt hierbij bij aan de afweer van ziektekiemen
Slide 7 - Slide
Bouw: trosvormig, stof afscheidend epitheelweefsel. Exocriene klieren, vaak ligt de afvoerbuis bij de haarfollikel.
Ligging: bovenste laag van de lederhuid.
Werking: holocriene klier, scheiden afvalproducten uit (talg) en de cel die dit produceert (talgkliercel)
Slide 8 - Slide
Zweetklieren
Produceren gemiddeld 0,75 liter zweet per 24 uur. 99% water, 1% afvalstoffen en zouten.
Functies zweet:
Regelen lichaamstemperatuur
Afvalstoffen uitscheiden
Bestandsdeel zuurmantel, draagt bij aan afweersysteem van de huid
Slide 9 - Slide
Bouw: buisvormig, eenlagig epitheelweefsel. Exocriene klieren, die eindigen bij de zweetporiën aan het huidoppervlak
Ligging: in het onderste deel van de lederhuid. Tegen de onderhuid aan. Meeste zweetklieren in handen, oksels en voeten
Soorten zweetklieren:
Eccrien - kleine zweetklieren die over het hele lichaam voorkomen. Deze worden aangestuurd door het onwillekeurige (autonome) zenuwstelsel. De kliercel blijft behouden.
Apocrien - grote zweetklieren die verbonden zijn met de haarzakjes. Ze liggen rond de oksels, rondom tepels en de uitwendige geslachtsorganen. Worden aangestuurd door het hormoon adrenaline. De kliercel gaat deels verloren.