Week 20 - Lezen H5 - les 1

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Diatoets
  • Fictie 3 (27 juni!)
  • Praktijkopdracht (deadline 17 mei)
  • Niet ingeleverde zaken
  • Lezen H3, H4 en H5
  •  Week 23/week 24 formatieve leestoets H1 t/m 6 - op papier

Slide 2 - Slide

Heb je alles af voor Nl? (betoog, fictie 2, spelling H5) Nee? Wat is jouw plan om dit in te halen? Mail ouders! Alles af: geef jezelf een compliment!

Slide 3 - Open question

Lezen H5
Ik ken de betekenis van veelvoorkomende functiewoorden.
Ik kan functies van delen van de tekst benoemen.

Slide 4 - Slide

Functiewoorden
  • Een tekstgedeelte (zinnen/alinea) heeft een functie binnen een tekst. Hier gebruik je functiewoorden voor.
  • Argument, standpunt, weerlegging, conclusie, voorbeeld, aanleiding, aanbeveling, gevolg, oplossing. samenvatting, uitwerking, etc.
  • Soms herken je een functie van een tekstgedeelte aan een signaalwoord.  

Slide 5 - Slide

Functiewoord
Signaalwoord
Bewering
Bovendien
Daarna
Definitie
Kortom
Omdat
Tegenstelling
Tenzij
Toelichting

Vergelijking
Verklaring
Vervolgens

Slide 6 - Drag question

Lezen H5
Opdracht 1 - blz. 138

Slide 7 - Slide

Tekst 1 hoort bij het functiewoord:
A
Constatering
B
Probleemstelling
C
Aanbeveling
D
Verklaring

Slide 8 - Quiz

Tekst 2 hoort bij het functiewoord:
A
Aanleiding
B
Probleemstelling
C
Verklaring
D
Constatering

Slide 9 - Quiz

Tekst 3 hoort bij het functiewoord:
A
Aanleiding
B
Aanbeveling
C
Verklaring
D
Uitwerking

Slide 10 - Quiz

Tekst 4 hoort bij het functiewoord:
A
Probleemstelling
B
Aanleiding
C
Verklaring
D
Constatering

Slide 11 - Quiz

Tekst 5 - blz. 140 - lezen
Opdracht 2

Slide 12 - Slide

Hoe pak jij opdracht 2, vraag 2 aan?

Slide 13 - Open question

3. Welk functiewoord is van toepassing op alinea 1?

Slide 14 - Open question

4.Welk functiewoord is van toepassing op alinea 2?

Slide 15 - Open question

5.Welk begrip uit alinea 2 wordt in alinea 3 uitgewerkt met voorbeelden?

Slide 16 - Open question

6. 'Daarom scheiden veel Nederlanders sinds 2009 de plastic verpakkingen van de rest van het afval.' Waarnaar verwijst 'daarom'?

Slide 17 - Open question

Vraag 7
In een goedwerkend recyclesysteem gaat het zo
Maar bij plastic gaat het zo

Slide 18 - Slide

Werkdoelen week 20/21
Indien nog niet gemaakt:

Lezen H3: opdr. 1 t/m 3
Lezen H4: opdr. 2 en 4
Sowieso:
Lezen H5: opdr. 1, 2 en 4



Slide 19 - Slide