Inleiding

Inleiding

Planning

Woordenschat

Herhaling Adjektiven

Spreken wat draag jij?

Iemand beschrijven 

Ik ga winkelen en koop…

Woordenschat

Leerboek P. 50 

Schrift de woorden met vertaling in je schrift 

Herhaling Adjektiven

Dat is een ____ trui (leuk)

Hier is jouw ____ boek. (nieuw)

De (rood) ________bloemen zijn prachtig.

Ik drink thee uit een (klein) _____ kopje

Jullie lezen die (dik) _________ boeken.

Die (snel) _______ auto is heel duur

Onze (lief) _______ hond is heel speels

Dingen die je 's winters draagt

Dingen die je in de zomer draagt

Dingen die je het hele jaar door draagt

Spreken met je buurman

‘s Winters draag ik…

In der zomer draag ik…

Iemand beschrijven 

a) Schrijftelijk: Wat draagt je partner ? 

b) mondeling in tweetallen: Beschrijf een figuur en gebruik daarbij ook kleuren. Je partner moet die persoon tekenen

👗👕🧣👒👟🎒👖👠

Ik ga winkelen en koop…

Werk in groepjes van vier

Je gaat winkelen. De eerste leerling begint met: 

Ik ga winkelden en koop een jas .

De volgende leerling moet herhalen wat debeerste leerlingkoopt en noemt dan en ander kledingstuk. Dat gaat dan zo door 

(Ich packe meinen Koffer)