6 Herhalen

Hoofdstuk 6
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

analoog:

een klok met wijzers

digitaal:

een klok zonder wijzers

Slide 2 - Slide

De digitale klok

Slide 3 - Slide

Een klok met wijzers is een:
A
analoge klok
B
digitale klok
C
atoom klok
D
keukenklok

Slide 4 - Quiz

Een klok zonder wijzers is een:
A
analoge klok
B
digitale klok
C
atoom klok
D
keukenklok

Slide 5 - Quiz

Hoe laat is het?
A
03:06
B
03:30
C
15:30
D
06:15

Slide 6 - Quiz

Welke digitale klok hoort
bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50

Slide 7 - Quiz

Hoe laat is het?
A
13:45
B
09:10
C
21:10
D
01:45

Slide 8 - Quiz

Hoe laat is het?
A
08:58
B
23:40
C
11:40
D
11:08

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Hoe lang duurt dit
programma?
A
90 minuten
B
50 minuten
C
1 uur en 15 minuten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Handige maten:
Je loopt ongeveer ... km per uur
A
5
B
6
C
10
D
8

Slide 13 - Quiz

Handige maten:
Je fietst ongeveer ... km per uur
A
5
B
12
C
10
D
18

Slide 14 - Quiz

Je loopt 12 km. Hoe lang doe je daar dan ongeveer over?
A
1 uur
B
1,5 uur
C
2 uur
D
2,5 uur

Slide 15 - Quiz

Je loopt 15 km. Hoe lang doe je daar dan ongeveer over?
A
1 uur
B
1,5 uur
C
2 uur
D
2,5 uur

Slide 16 - Quiz

Je fietst 9 km. Hoe lang doe je daar dan ongeveer over?
A
1 uur
B
1,5 uur
C
0,5 uur
D
2 uur

Slide 17 - Quiz

Je fietst 36 km. Hoe lang doe je daar dan ongeveer over?
A
1 uur
B
1,5 uur
C
2 uur
D
2,5 uur

Slide 18 - Quiz

Verhoudingstabel:

Slide 19 - Slide

Is dit een verhoudingstabel?
aantal meters
12
60
aantal seconden
5
25
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Is dit een verhoudingstabel?
aantal meters
8
64
aantal seconden
3
24
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Met hoeveel moet je onder en boven vermenigvuldigen?
aantal meters
15
150
aantal seconden
6
....
A
0
B
10
C
135

Slide 22 - Quiz

Wat moet er op de .... staan??
aantal meters
15
150
aantal seconden
6
....
A
60
B
15
C
141

Slide 23 - Quiz

Pim koopt 3 kratten frisdrank. Hij heeft in totaal 36 flessen.  
Hoeveel flessen zitten er in 1 krat? En in 6 kratten? Vul de tabel goed in!
aantal kratten

aantal flessen
timer
1:00
36
3
72
12
1
6

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide

Voor het maken van 25 oliebollen, heb ik 500 gram oliebollenmix nodig.
Hoeveel gram oliebollenmix heb ik nodig voor 40 oliebollen?
aantal 
oliebollen

aantal gram 
oliebollenmix
timer
1:00
500
25
800
20
1
40

Slide 26 - Drag question

Einde

Slide 27 - Slide