LES 3 - Personage verzinnen

• Drama
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

WEEKTHEMA: (nieuwe) buren

WEEKTHEMA: (nieuwe) buren

WARMING UP!

0

IMPROVISATIE!

Romeinen vierden verjaardagen

Voor de man en voor vrouwen vanaf het twaalfde jaar

We gaan nu van de Romeinen naar het nu.

Raad het cadeau

Je viert je verjaardag en eet een heerlijk taartje.

Dan krijg je een cadeautje. Maak het cadeau open. 

Je bent er heel blij mee.

De rest van de klas raadt welk cadeau jij hebt ontvangen.

Ga naar Classroom

Open daar bij 'Schoolwerk' het document "personage"

Personage bedenken

Vandaag gaan we bezig met het maken van een eigen personage. 

We beginnen met een personage maken vanuit eigenschappen.

Omschrijf je personage

Zet aan de linkerkant van de tabel

5 eigenschappen van jezelf.

Min. 1 negatieve, max. 2 negatieve.

Sociaal

Behulpzaam

Spraakzaam

Te kritisch

Ongeduldig

Verlegen

Egoïstisch

Stil

Snel tevreden

Geduldig

Zet aan de rechterkant van de tabel het tegenovergestelde van elke eigenschap.

 Bijvoorbeeld:

Sociaal

Behulpzaam

Spraakzaam

Te kritisch

Ongeduldig

Verlegen

Egoïstisch

Stil

Snel tevreden

Geduldig

Kies nu minimaal 3 van de 5 tegenovergestelde eigenschappen om te gebruiken als inspiratie voor je personage. Geef ze een kleurtje.

Leeftijd en geslacht/gender

Hoe oud is je personage? 

Wat is zijn/haar geslacht/gender?

Bewegen en praten

Hoe beweegt en praat je personage? 

Beweegt hij snel of langzaam, hoe praat hij (hoge stem of juist laag...)

Schrijf op met welk dier je je personage kunt vergelijken?

Kleding en uiterlijk

Omschrijf welke kleding je personage draagt en hoe hij/zij eruit ziet. 
Bedenk een zo compleet mogelijke outfit en uiterlijk voor je personage.

Beroep, hobby's en interesses

Heeft je personage een beroep? Zo ja welk beroep?

Welke hobby's en interesses heeft je personage?

Open je document "personage" in Classroom

1. Er zijn twee groepjes (stokjes)
2. Laat elkaar je personage zien en lezen.
3. Bedenk een korte scène met elkaar.
4. De andere groep observeert en schrijft zoveel mogelijk karaktereigenschappen van de verschillende personages op.
5. Hoe goed heeft iedereen kunnen observeren?

De winkel

Een persoon (of meerdere personen) komen een winkel binnen.

Hij/zij wil(len) iets kopen.

Er staat een winkelbediende in de winkel.

Je gebruikt de personage die je zojuist hebt bedacht. 

Zoek 5 plaatjes op internet op die bij je karakter passen

- fysiek en stem

- aan de hand van een dier

- eigenschappen

- op basis van een foto

- kostuum

- verhalen/personages die je kent

- etc. 

Je krijgt voor deze opdracht 25 minuten de tijd

Veel succes!

Open je document "personage" in Classroom

1. Er zijn twee groepjes (stokjes)
2. Laat elkaar je personage zien en lezen.
3. Bedenk een korte scène met elkaar.
4. De andere groep observeert en schrijft zoveel mogelijk karaktereigenschappen van de verschillende personages op.
5. Hoe goed heeft iedereen kunnen observeren?

De winkel

Een persoon (of meerdere personen) komen een winkel binnen.

Hij/zij wil(len) iets kopen.

Er staat een winkelbediende in de winkel.

Je gebruikt de personage die je zojuist hebt bedacht.