1.4 De computershop

§ 1.4 De computershop
Hoe rekenen winkeliers de prijzen uit die op hun prijsstickers staan?
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§ 1.4 De computershop
Hoe rekenen winkeliers de prijzen uit die op hun prijsstickers staan?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 2 (5 min)
  • behandelen paragraaf 3 (15 min) 
  • zelfstandig werken (10 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
  • Huiswerk (15 min)

Slide 2 - Slide

Een spijkerbroek kost voor de inkoop € 17,50. De totale bedrijfskosten zijn € 7000 per maand. De afzet is 800 spijkerbroeken per maand
Hoeveel bedraagt de kostprijs van 1 broek?

Slide 3 - Open question

Een bedrijfswagen van 20.000,- gaat 5 jaar mee en heeft een restwaarde van €5.000,-. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 4 - Open question

Een bedrijf verkoopt 500 procuten voor €20,-.
De inkoopprijs was €5,-. en de bedrijfskosten waren €2.000,-. Wat is het nettoresultaat van dit bedrijf?

Slide 5 - Open question

Een fiets kost €500,- exclusief btw, wat is de prijs inclusief 21% btw?

Slide 6 - Open question

Een sinaasappel kost €2,12 inclusief 9% btw. Wat is de prijs exclusief btw

Slide 7 - Open question

De prijs van een fiets is €1028,50 inclusief 21% btw, wat is de prijs exclusief btw?

Slide 8 - Open question

Lesdoelen
- Ik kan uitleggen wat de brutowinstopslag is. 
- Ik kan met behulp van de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen. 
- Ik kan de verkoopprijs exclusief en inclusief btw berekenen. 
- Ik kan rekenen met de brutowinstmarge 

Slide 9 - Slide

Verkoopprijs
  • Inkoopprijs
  • Brutowinstopslag
  • Verkoopprijs zonder BTW
  • BTW                             +                                                         
  • Verkoopprijs met BTW

Slide 10 - Slide

 Brutowinstopslag 
- Verschil (-) tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs exclusief BTW
- Wordt uitgedrukt in geld (€)
- Brutowinst op een artikel

- Formule:
Verkoopprijs - inkoopprijs
of
brutowinstmarge x inkoopprijs

Brutowinstmarge
- Percentage van de brutowinst op de inkoopprijs
- wordt uitgedrukt in een percentage (%)
- Percentage brutowinst op een artikel

- Formule:
brutowinst        x 100
inkoopwaarde

Slide 11 - Slide

Brutowinstopslag voorbeeld
De inkoopprijs van een speaker is € 15. De brutowinstmarge is 60% van de inkoopprijs.
  • Bereken de brutowinstopslag 





  • De brutowinstopslag is € 15 : 100 x 60 = € 9

Slide 12 - Slide

Brutowinstmarge

Alexander Mcqueen kosten in de winkel 399,95. 

De inkoopprijs is € 250. De btw is € 69,41. Bereken de brutowinstmarge.


De btw heb je niet nodig, want formule is 

brutowinst           x 100 =

inkoopwaarde









Slide 13 - Slide

Brutowinstmarge

Alexander Mcqueen kosten in de winkel 399,95. 

De inkoopprijs is € 250. De btw is € 69,41. Bereken de brutowinstmarge.

De btw heb je niet nodig, want formule is 

brutowinst           x 100 =

inkoopwaarde


brutowinst = 399,95 - 250 = 149,95

149,95 / 250 x 100 = 59,98%







Slide 14 - Slide

Berekening winkelprijs inclusief btw
Inkoopprijs = 4,50, brutowinstmarge = 40%, btw = 21%

Slide 15 - Slide

Berekening winkelprijs inclusief btw
Inkoopprijs = 4,50, brutowinstmarge = 40%, btw = 21%
Inkoopprijs                                                              € 4,50
Brutowinstopslag (4,50/100 x 40)                € 1,80 +
Verkoopprijs exclusief BTW.                            € 6,30
btw 21% ( 6,30/100 x 21)                                     € 1,32+
Verkoopprijs inclusief BTW                              € 7,62

Slide 16 - Slide

opdrachten maken

Slide 17 - Slide

1.4 de computershop
Even oefenen: 
Maak de rekentrainer 1.4: brutowinstmarge en brutowinstopslag.

Na 10 min kijken we gezamenlijk na
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken
  • Maken opdrachten hoofdstuk 1 paragraaf 4

  • Lees de theorie op bladzijde 21
  • Maak de opdrachten 1 t/m 13

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat hebben we geleerd?

Slide 21 - Mind map

Maken hoofdstuk 1 paragraaf 4
opdracht 1 t/m 13
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 22 - Open question